11 (3250 in 1938) in de adressen en in den omvang der aangeslagen bedrijven, brachten een omvangrijken arbeid mede. Daarvoor werd ook op een deel van den arbeidstijd van de keurmeesters beslag gelegd. Mede doordat de vacature-de Lint 3 maanden onvervuld bleef en een der andere keurmeesters herhaaldelijk door ziekte zijn functie niet kon waarnemen, was het aantal inspecties van ver koop- en bereidplaatsen van voedingsmiddelen kleiner dan wensehelijk moet worden geacht. Dit aantal bedroeg 27741, ge middeld 2 a 3 per bedrijf; de inspecties van vischhandelaren en bereiders van visscherijproducten, tot een totaal van 13733, zijn in dit aantal niet begrepen. Het aantal ter plaatse gekeurde partijen van verschillende waren bedroeg 125106, waarvan 27950 betrekking hadden op visch. Er zijn 31626 monsters ter onderzoek naar het laborato rium meegenomen. Wegens ondeugdelijkheid van de waren werden 1338 partijen aan den handel onttrokken. Indien mogelijk, werd gelegenheid gegeven de afgekeurde voorraden te verwerken tot een doel, waarvoor zij nog geschikt werden geacht. Door verbruikers werd 223 maal geklaagd over waren, welke zij hadden betrokken. Tabel I geeft daarvan een overzicht. Aan verkoopers en bereiders der ondeugdelijke waren zijn 1427 mondelinge en 858 schriftelijke waarschuwingen gegeven, terwijl 499 processen-verbaal aan het Openbaar Ministerie wer den toegezonden. De van particuliere zijde ingezonden klachten bleken 58 maal gegrond. Driemaal werd de verkooper der desbetreffende waien gewaarschuwd; 4 maal werd tegen hem een strafvervolging uit gelokt. Een groot aantal gegrond bevonden klachten had be trekking op gedistribueerde blikgroenten. Den verkoopers werd op vertoon van ons afkeuringsbewijs deugdelijke waar verstrekt. Geregelde controle werd gehouden op de wijze, waarop de waren in winkels en op de markten worden uitgestald. Gezorgd werd, dat voedingsmiddelen, welke niet kunnen worden afge- wasschen, behoorlijk tegen beduimeling en besmetting door hoestend publiek, stof of insecten beschermd waren en dat zij niet te laag bij den grond werden uitgestald. Tegen 2 kaashande laren wend proces-verbaal opgemaakt wegens het onbeveiligd uitstallen op de openbare markt van aangesneden kaas. Even eens werden vervolgingen uitgelokt tegen een broodbakker en een bereider van gebraden gehaktballen, wegens het gereed maken van eetwaren in zeer onzindelijke ruimten. Een onderzoek naar de wijze van bewaring van voor vee voeder bestemde etensresten in restaurant-keukens, waarbij tevens op den zindelijkheidstoestand dier keukens in het alge meen werd gelet, leverde gunstige resultaten op. Over het ge- 4 VERSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1938 | | pagina 138