11 20 c. Toezicht op de melkwin- ning. Bij levering aan den handel zijn 3764 monsters melk genomen, waarvan het onderzoek diende voor het aantoonen van verval- schingen, hetzij bij den veehouder, hetzij bij de handelaren (standaardisatie). Voorts zijn 77 monsters genomen bij veehou ders ter opsporing van vervalschingen, 404 monsters voor de opsporing van koeien, welke aan uierontsteking leden. In ver band met de melklevering aan bakkerijen zijn nog 27 monsters onderzocht. Van 12 monsters melk door verbruikers ter onderzoek ingé bracht, bleek de helft met water of met taptemelk, in twee ge vallen met beide vloeistoffen, vervalscht. Een dezer monsters bestond uit een mengsel van één deel melk, één deel taptemelk en ruim twee deelen water. Over 1938 werd in 53 van de 398 geïnspecteerde melkveestallen de reinheidstoestand als onvoldoende tot slecht gekwalificeerd. Betrekkelijk klein was het aantal, waarvan de zindelijkheid van melk in verschen toestand aan den verbruiker brengt, ook buiten de zeer groote gemeenten steeds meer tot de uitzonderingen begint te behooren. Zonder t-wijfel zou, beter dan door welke propaganda ook, het melkverbruik stijgen, indien consumptiemelk van hoog ge halte in verscheren toestand werd afgeleverd. De banen echter, ■waarin de melkvoorziening thans wordt geleid, hebben veel eer de tegengestelde strekking. Van in flesschen afgeleverde gepasteuriseerde, gesteriliseer- en „modelmelk” werden 221 monsters scheikundig en bacte riologisch onderzocht. De pasteurisatie gedurende enkele secon den in platen- en buizenpasteurs neemt toe. De aldus behandelde melk voldeed met een enkele uitzondering aan de eischen, aan gepasteuriseerde melk gesteld. De overige gepasteuriseerde melk bleek 5 maal een te hoog bacteriëngehalte te bezitten, waarop de aandacht der bereiders is gevestigd. Éénmaal werd proces verbaal opgemaakt. De als gesteriliseerd aangeduide melk bleek bij twee fabrieken niet steriel. Na waarschuwing werd verbetering ver kregen. Viermaal liet de samenstelling te wenschen over nl. éénmaal, omdat de waar uit afgeroomde melk bestond, éénmaal omdat water en taptemelk -waren toegevoegd waarvan proces-ver- baal is opgemaakt tweemaal wegens watertoevoeging. De modelmelk geeft geen aanleiding tot opmerkingen, be halve dan dat tijdens het heerschen van het mond- en klauwzeer deze melk in gepasteuriseerden toestand werd verkocht, waar van de afnemers in kennis werden gesteld. b. Gepasteuri seerde, geste- de riliseerde en modelmelk. VERSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1938 | | pagina 153