12
2'2
Art.
f
Totaal
f 18.800,—
Art.
Art.
f
3.750,
Saldo mindere opbrengst f 9.000,
Meerdere winst
f 9.800,—
3.600,—
150,—
Mindere uitgaven.
Mindere opbrengst
f 18.800,—
9.000,—
I. Meer opgebraeht.
V.
De mindere opbrengst van „Voeder” en „Weegloon” zijn het
gevolg van geringere aanvoer van dieren.
Daartegenover werd meer ontvangen aan „Huur” en „Ver
schillende inkomsten”.
Onder laatstgenoemd hoofd is verantwoord de „Vergoeding
voor koelkosten van het verkooplokaal”, waarvoor met ingang
van 1 April een hooger tarief werd berekend, omdat het ge-
heele jaar wordt gekoeld.
De „Opbrengst Koelruimten diverse waren” Artikel II
was belangrijk lager, aangezien minder pekeleellen en ruimten
in de vriesinriehting werden verhuurd.
„Opbrengst ijs” Artikel III bereikte niet dien omvang
als bij samenstelling der begrooting werd verwacht, doch kan
niettemin bevredigend genoemd worden.
De lage rente, die voor gestorte kasgelden Artikel IV
werd vergoed, is oorzaak, dat de opbrengst, hierdoor verkregen,
aanmerkelijk lager is.
2.100,—
400,—
400,—
10.400
3.900,—
700,—
900,—
Lasten.
I. Minder uitgegeven
II.
III.
IV.
V.
VI.
VII.
f 10.900,—
700,—
1.150,—
- f 12.750,—
Baten.
II. Minder opgebracht
III.
IV.
VERSLAG VAN HET OPENBAAR SLACHTHUIS.