13 2 II. PERSONEEL. III. Regenval. Grondwater standen. TOESTAND DER WERKEN. a. Watervang. De neerslag aan het Pompstation bedroeg gedurende het verslagjaar 588,5 mm en was derhalve veel lager dan in 1937 met 765,4 mm. Het gemiddelde der in de laatste 32 jaren ter zelf der plaatse gemeten regenhoeveelheden is 729,7 mm, zoodat de neerslag over 1938 ruim 19 beneden dit gemiddelde bleef. De maximum hoeveelheid regen, binnen één etmaal van dit jaar gevallen, was 30,2 mm op 18 Mei. De droogste maand was Juni met 20,8 mm, de natste maand October met 107,1 mm. Van het totaal over 1938 viel in de achtereenvolgende kalender kwartalen 20,6, 16,1, 23,6 en 39,7 (vorige verslagjaar 31,4, 22,5, 27,9 en 18,2 Het verslagjaar behoort tot de zeer droge jaren en het is daardoor te verklaren, dat, volgens de waarnemingen, gedaan in de daarvoor in aanmerking komende 53 peilputten, het gemid delde der grondwaterstanden op 1 Januari 1939 18 cm lager was dan een jaar te voren. Het totaal aan peilputten werd in dit jaar met 8 vermeerderd. Aan den hoofdboekhouder F. C. A. van Doorne werd, ter gelegenheid van zijn 40-jarig dienstjubileum op 25 April 1938, door Burgemeester en Wethouders als bijzondere onderscheiding de groote zilveren medaille der Gemeente verleend. Het personeel bij de Duinwaterleiding was op 31 December als volgt samengesteld: VERSLAG DER DUINWATERLEIDING. a. b. 32 128 6 14 10 2 24 93 48 Bovendien waren 1 reservist. Werklieden: in vasten dienst in tijdelijken dienst in lossen dienst jongmaatjes reservisten 160 197 te werk gesteld 2 personen op arbeidscontract en Ambtenaren: in vasten dienst: Directeur en technisch personeel Administrateur en administratief personeel Inspecteurs, controleurs, meteropnemers en bedienend personeel in tüdeljjken dienst (waaronder 20 voor de opneemperiode 16 December 193815 Januari 1939)

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1938 | | pagina 211