By lage 14
VERSLAG van de Stichting „Centraal Badbeheer”
te s-Gravenhage over het jaar 1938.
In de samenstelling van het Bestuur kwam verandering door- Bestuur.
dat de heer L. L. E. E. M. Moonen als lid van den Gemeenteraad
aftrad. In zijn plaats benoemde de Raad den heer J. Moeskops.
Voorts benoemden Burgemeester en Wethouders den heer J. P.
E. van Ameijde, die van de oprichting: der Stichting af als In
specteur een zéér actief en belangrijk aandeel had gehad in
haar steeds groeiende werkzaamheid, na zijn eervol ontslag op
eigen verzoek, tot lid van het Bestuur. Derhalve bestond het
Bestuur op 31 December 1938 uit de volgende leden: Ir. L. J. M.
Feber, Wethouder van Openbare Werken en Gemeentebedrijven,
voorzitter, Mr. W. F. K. Cost Budde, secretaris, H. C. M. van
Benthem, boekhouder-kassier, J. P. E. van Ameijde, W. P. Blok-
poel, W. van Boven, M. Joëls Jr., J. J. van Langen, H. H. Loeven,
J. Moeskops, F. J. Noordhoek Hegt en B. Verwaal.
De heeren Van Ben them, Blokpoel en Verwaal bleven als
gedelegeerden belast met de dagelijksche leiding van en toezicht
op onderscheidenlijk de volkszeebaden, de schoolbaden en het
Zuiderzwembad, terwijl de heer Van Ameijde tot gedelegeerde
voor de volksbaden werd benoemd. Deze benoeming was moge
lijk, doordat de heer Oost Budde zijn functie als gedelegeerde
voor de volksbaden ter beschikking had gesteld. De heer Cost
Budde werd met dankbetuiging voor de als zoodanig aan de
Stichting bewezen diensten als plaatsvervangend gedelegeerde
voor de volksbaden aangewezen.
Burgemeester en Wethouders besloten in het Huishoudelijk Huishoudelijk
Reglement een nieuw artikel op te nemen, volgens hetwelk de Reglement,
gedelegeerde, die den leeftijd van 65 jaar heeft bereikt, met den
laatsten dag der volgende maand, behoudens zeer bijzondere
omstandigheden, aftreedt.
De door het ontslag van den heer Van Ameijde ontstane vaca- Personeel,
ture van Inspecteur werd voorloopig niet vervuld.
Het personeel verrichtte in het algemeen zijn dienst met
grooten ijver en toewijding. Straffen of ernstige terechtwijzin
gen behoefden niet te worden opgelegd. Aan den beheerder van
het badhuis in de Harstenhoekstra at, den badman-stoker H.
Coenraads, werd wegens bijzondere plichtsbetrachting een gra
tificatie toegekend, terwijl badmeester D. Verschuur, in verband
met zijn overplaatsing naar het badhuis aan de Paets-van-
Troostwijkstraat, tot Badmeester B. werd bevorderd.
Aan het einde van het jaar 1938 waren in de badhuizen 15
mannen en 11 vrouwen in vasten, 4 mannen en 10 vrouwen in
tijdelijken, 3 mannen en 3 vrouwen in lossen dienst en 1 man
en 3 vrouwen op arbeidsovereenkomst werkzaam.