14 6 Pers. Voor verdere bijzonderheden zij verwezen naar het hierna volgende financieele overzicht. 3.000 kostelooze stortbaden (aan werkloozen), 1.200 individueele sehoolbaden en 7.000 sehoolbaden in klasseverband. Wat het bezoek aan de badhuizen betreft, was het jaar voor de Stichting gunstig. Het totaal aantal verstrekte baden steeg van 844.231 tot 901.326, waarmede het jaar 1936, dat met 858.606 het record hield, werd overtroffen. Evenals in de beide voorafgaande jaren komt ook nu weer de toeneming- bijna uitsluitend op rekening der betaalde baden. Zelfs de kuipbaden, die sedert 1932 terugliepen, werden weer meer gevraagd. Het baden door werkloozen en armlastigen nam iets toe. Het sehoolbaden echter bleef ongeveer op hetzelfde peil als in 1937. Het bezoek in een week, die niet door ongunstige omstandig heden wordt gekenmerkt, bewoog zich in het afgeloopen jaar tusschen: 11.000 a 12.000 betaalde kuip- en stortbaden, 2.500 a 1.000 a 6.000 a Ook voor de seizoenbedrijven, die uiteraard afhankelijk zijn van het weer, was 1938 niet ongunstig. Hoewel het weer zich gedurende de zomermaanden niet voortdurend voor het nemen van zeebaden leende, werden toch nog in de Volkszeebaden te Scheveningen en te Kijkduin onderscheidenlijk 5180 en 3595 baden meer verstrekt dan in het vorige seizoen. Het Zwembad-Zuiderpark, dat in mindere mate dan de Volks zeebaden van het weer afhankelijk is, mocht eveneens meer baden boeken en wel 18913 meer dan in 1937. De Pers betoonde wederom haar gewaardeerde medewerking en belangstelling door het opnemen van kleine berichten om trent den dienst en den gang van zaken, terwijl zelfs af en toe een meer uitvoerig artikel aan de Gemeentelijke bad- en zwem inrichtingen werd gewijd. VERSLAG VAN DE STICHTING „CENTRAAL BADBEHEER”.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1938 | | pagina 244