15
7
banken e.d.
plaats „Overvoorde” vermeerderde de lengte met 3.816 m en de
oppervlakte met 9.604 m2.
De totale lengte en oppervlakte bedroegen op 31 December
1938 onderscheidenlijk 115.772 m en 326.334 m2.
De ruiterpaden, welke op 31 December 1937 een lengte hadden
van 13.048 m en een oppervlakte van 26.578 m2, ondergingen ook
in het afgeloopen jaar geen verandering.
Het onderhoud van de langs de afzonderlijk gelegen wandel- Plantsoen-
paden staande zitbanken geschiedde in eigen beheer. Ook gedu- banken e.d.
rende dit verslagjaar werd het verfwerk van dat gedeelte der
banken, hetwelk vroeger door bemiddeling van de Directie der
Gemeentewerken werd uitgevoerd, door den Plantsoendienst
zelf verzorgd. In het afgeloopen jaar werd één bank bijgeplaatst
in het Zuiderpark; in de Boschjes van Pex werden 2 banken
bijgeplaatst, terwijl in het stratenplan „Centrum-West” 10
banken werden geplaatst. Hierdoor kwam het totaal van de op
31 December 1938 aanwezige banken op 798.
Zwaar stormweer kwam in het afgeloopen jaar voor op 3 en Stormschade.
4 October. Het wegruimen van gevelde boomen en af gerukte
takken met het daaraan verbonden hakwerk en het opnieuw
aan de steunpalen binden van door den storm losgeslagen jonge
boomen vorderden het noodige werk en vervoer. De uit een en
ander voortvloeiende kosten bedroegen in het afgeloopen jaar
f 8.352,51, welk bedrag dit jaar niet zonder extra-credietver-
leening uit de voor de gewone onderhoudswerken beschikbare
gelden kon worden bestreden.
1938 bracht ons een gunstigen zomer met veel warmte in Plantengroei.
Juli en bijzonder veel regen in Augustus en September. De
plantengroei liet niets te wenschen.
In Mei en Juni werd eenige moeite ondervonden met de
boomen en struiken, welke waren verplant, doch het droge
koude weer heeft wel veel bloesem vernietigd, echter den her-
groei niet verhinderd. Groote schade, zooals in 1938 in Enge
land door de langdurige droogte veroorzaakt werd, kwam in ons
land niet voor. September, October en November kunnen in de
plantsoenen beschouwd worden als de tegenhanger van Mei en
Juni. Het is moeilijk uit te maken, welke periode voor onze
parken het mooiste is.
Door de invoering van vele buitenlandsche gewassen is de
voorjaarsbloei ongekend rijk. Daartegenover staat de weelde
van herfstkleuren en vroolijk gekleurde vruchten te zamen met
den overvloedigen bloei van dahlia’s en crysanthen, welke het
najaar ons brengt.
Geleidelijk aan zijn de groepeeringen van bloeiende en
VERSLAG GEMEENTEPLANTSOENEN.