Bijlage 26
A. HAVENDIENST.
I. PERSONEEL.
Aan het einde van het verslagjaar waren 41 personen in
vasten dienst aan den Havendienst verbonden, terwijl 1 reser
vist van 16 April 1938 af in dienst was. Bovendien waren enkele
losse werklieden gedurende korteren of langeren tijd bij den
Dienst werkzaam.
II. VISSCHERSHAVEN.
Op 1 Januari 1938 lagen in de haven de volgende vaar- Scheepvaart
tuigen: 98 motorloggers, 1 stoomlogger, 6 motortreilers, 17 motor-
sehokkers, 2 zeilschokkers, 16 garnalenbooten, 19 pleiziervaar-
tuigen, 4 vletten, 1 baggermolen, 1 zandzuiger, 2 onderlossers,
1 sleepboot, 1 vaartuig met zandstraalinriehting en 1 motor-
reddingboot, totaal 170 vaartuigen. Behalve 8 Gdynia-motorlog-
gers, 3 Katwjjksche motortreilers, de motorschokker RO 40 en de
zeilschokker UK 159 behoorden alle binnenliggende visschers-
vaartuigen tot de Scheveningsche vloot.
In het geheel kwamen binnen 7.487 vaartuigen met een
inhoud van 811.644 m3 tegen 7.843 vaartuigen met een inhoud
van 819.829 m3 in 1937.
Op 31 December 1938 lagen in de haven: 88 motorloggers,
3 stoomloggers, 3 motortreilers, 20 motorschokkers, 13 garnalen
booten, 22 pleiziervaartuigen, 5 vletten, 1 zeilvrachtschip, 1 bag
germolen, 1 zandzuiger, 2 onderlossers, 1 sleepboot, 1 vaartuig
met zandstraalinriehting en 1 motorreddingboot, totaal 162
vaartuigen. Behalve 6 Gdynia-motorloggers, 2 Vlaardingsehe
stoomloggers, 1 Rotterdamsche en 3 Urker motorschokkers
behoorden alle binnenliggende visschersvaartuigen tot de
Scheveningsche vloot.
VERSLAG van den Gemeentelijken Dienst van
Haven- en Marktwezen te 's-Gravenhage over het
dienstjaar 1938.
De Commissie van Bijstand voor het Haven- en Marktwezen Commissie van
bestond gedurende het verslagjaar uit de heeren J. K. W. F. Bijstand,
van Bommel, C. P. Damme, Th. M. Dresmé, D. B. Michon, H.
Neuteboom en J. J. de Niet, onder voorzitterschap van den
Wethouder van Openbare Werken en Gemeentebedrijven, den
heer Ir. L. J. M. Feber.