doch het is er niet een, dat maar zoo een, twee, drie op te lossen
is. Ook voor andere groote gemeenten, waar dit verschijnsel zich
voordoet, is, voor zooveel mij bekend, de uiteindelijke verklaring
nog niet gevonden.
Voor de sanatoriumverpleging is een vermindering te boeken.
In 1936 bedroeg het aantal in sanatoria opgenomen tuberculose
lijders 307, in 1937: 291, in 1938: 269. Met den directeur van het
districtsconsultatiebureau is overleg gepleegd, ten einde na te
gaan, voor welke gevallen en onder welke voorwaarden wellicht
meer dan thans, verpleging in de woning (eventueel na ver
huizing naar een betere) mogelijk zou zijn. In mijn vorige
functie heb ik dit vraagstuk aan de orde gesteld, o.a. in de ver
gadering van Zuid-Hollandsche districts-tuberculoseartsen.1).
Op het einde van het verslagjaar kwam de Dienst geregeld
in moeilijkheden met betrekking tot de opneming van patiënten,
w’aarvan verscheidene met ernstige aandoeningen. Overleg met
de directies van ziekenhuizen en in het bijzonder met den
geneesheer-directeur van de Gemeenteziekenhuizen, die buiten
gewone medewerking verleende, had herhaaldelijk plaats. De
afdeeling van den Dienst, met de plaatsing belast, heeft geen
gemakkelijke taak gehad.
Bij dit alles heb ik sterk gevoeld het gemis van een zuster
voor maatschappelijk werk. Voor verschillende quaesties werd
een onderzoek door een arts verricht en werd contact gezocht
met den Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon, waarvan de
directeur steeds vlot medewerkte. Het is echter een dringende
behoefte, dat ik ten spoedigste kan worden op de hoogte ge
bracht van den maatschappelijken toestand e.d. van patiënten,
die weer in het gezin terug zullen komen of voor verpleging
in aanmerking komen. Bij de samenstelling van dit verslag was
deze aangelegenheid door Burgemeester en Wethouders gere
geld.
De plaatsing van zieken in ziekenhuizen en sanatoria ge
schiedde op dezelfde wijze als in het vorige verslagjaar.
Onder de 17529 in de gezamenlijke ziekenhuizen, met uitzon
dering van de inrichtingen voor geestes- en zenuwzieken, door
bemiddeling van den Dienst opgenomen patiënten zijn die van
den Raad van Arbeid begrepen. 6357 werden naar de zieken-
1) De meening van den directeur van het districtsconsultatiebureau te
’s-Gravenhage is te lezen in het Maart/April nummer 1939 van het tijd
schrift „Tegen de Tuberculose!”. De eerste stelling in het proefschrift (1939)
van Dr. W. A. Griep, arts aan het consultatiebureau te ’s-Gravenhage,
luidt: „De neiging, de lijders aan longtuberculose zooveel mogelijk thuis
te verplegen, verdient geen aanbeveling”. Het laatste woord is hierover
nog niet gesproken.
VERSLAG VAN DEN GEM. GENEESKUNDIGEN EN GEZONDHEIDSDIENST. 37