16 Ziekte van Weil. Typhus-achtige ziekten. Dysenteria bacillaris. Wat de typhus-achtige ziekten betreft, was 1938 een bijzon der gunstig jaar. Van typhus abdominalis werden 4 gevallen bekend. Van 2 gevallen, besmet door dezelfde bacillendraagster, werd de vermoedelijke bron bekend. Bij de twee andere gevallen was dit niet het geval; evenmin werd de infectiebron van de paratyphusgevallen gevonden. De bacillaire dysenterie was bij alle onderzoekgevallen ver oorzaakt door een Flexnerstam van het type „Sonne”. Verreweg de meeste gevallen waren van onschuldigen aard. Vermoedelijk worden ook bij deze besmettelijke ziekte de lichtste gevallen en misschien ook de allerzwaarste gevallen niet herkend. Van de 3 aan gegeven gevallen ontstonden 2 door besmetting buiten de Gemeente, terwijl het derde geval vermoedelijk zijn oorzaak vond in besmetting door een hond. Poliomyelitis Onze gemeente heeft dit jaar helaas ook haar bijdrage gele- anterior aeuta. verd aan de epidemie van kinderverlamming, welke Nederland deed opschrikken, juist toen het zich opmaakte het 40-jarig regeeringsjubileum van H.M. de Koningin te vieren. Volgens de Besmettelijke-Ziektenwet moeten alleen de vast gestelde gevallen van kinderverlamming worden aangegeven. Voor de bestudeering van de epidemiologie is dit onvoldoende. Nadat de eerste gevallen zich hadden voorgedaan, werd aan de Haagsche medici hiervan bericht gegeven, met het verzoek op de allereerste verschijnselen te willen letten, ten einde dan misschien vroeg genoeg te zijn met de behandeling, om de ver lamming te voorkomen of te beperken. Misschien is het daaraan te wijten, dat wij kennis kregen van een tamelijk aantal geval len, vooral bij kinderen, maar toch ook bij half-volwassenen, waarbij duidelijke verschijnselen van ziekte van het centrale zenuwstelsel werden waargenomen, maar die volledig herstel den, zonder dat blijvende verlammingen werden waargenomen. Het is van groot belang te weten, dat deze gevallen van Rijkswege nader bestudeerd worden. Ofschoon de epidemie in de groote vacantie begon en dus zeer zeker niet verbreid werd door schoolbezoek, waren zooveel ouders van leerlingen door de wat opgeblazen berichten in cou ranten beangst geworden, dat de Geneeskundige Inspecteur van de Volksgezondheid den Burgemeester adviseerde, de groote va cantie eenigen tijd te verlengen. De Burgemeester heeft hieraan gevolg gegeven en tevens bepaald, dat de schoolfeesten van de kinderen tot een later tijdstip werden uitgesteld. 37 VERSLAG VAN DEN GEM. GENEESKUNDIGEN EN GEZONDHEIDSDIENST.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1938 | | pagina 802