25
gengestichten 1436 (1442), alzoo te zamen 1878 (1857) patiënten
ter verpleging voor rekening van de Gemeente aanwezig,
gevende een promillagecijfer van 3,785 (3,788).
Voor de psychiatrische klinieken bedroeg het aantal ver-
pleegdagen: in de Ramaerkliniek 28900 (34344), in de kliniek
Ockenburgh 11212 (13775) en in de St.-Jacobusstichting 12019
(14528), zijnde te zamen 52131 (62647) verpleegdagen, wat een
gemiddelde dagbezetting geeft voor de Ramaerkliniek van 79
(94), de kliniek Ockenburgh van 31 (38) en de St.-Jacobusstich-
ting van 33 (40), alzoo totaal gemiddeld 143 (172) patiënten.
Bij de nazorg stonden op 1 Januari 1938 ingeschreven 336 Nazorg,
patiënten. In den loop van 1938 werden 402 nieuwe patiënten
ingeschreven, zoodat de nazorg zich in totaal uitstrekte over
738 patiënten. In den loop van het jaar werden afgevoerd 191
patiënten, zoodat op het eind van het jaar nog 547 onder nazorg-
toezicht stonden.
Van de nieuwe toezichtpatiënten waren 277 nazorggevallen
in engeren zin, waarvan 145 afkomstig uit de klinieken en 132
uit de gestichten, terwijl 125 gevallen onder „voorzorg” gerubri
ceerd kunnen worden, zijnde deze verwezen door familie, artsen
en overheidsinstanties.
Van de toezichtpatiënten werden 520 in het eigen gezin en Gezins-
218 bij vreemden verzorgd, waartoe van 105 pleeggezinnen ge- verpleging,
bruik werd gemaakt. De gezinsverpleging breidde zich eeniger-
mate uit.
In het begin van het verslagjaar waren 122 patiënten in
gezinsverpleging, in den loop van het jaar werden 96 nieuwe
patiënten geplaatst en 78 af gevoerd, zoodat op het einde van
het verslagjaar nog 140 patiënten in gezinsverpleging waren.
In arbeidstherapie werden door bemiddeling van de Vereeni- Arbeidstherapie.
ging „Dr. Schroeder van der Kolk” 224 (168) patiënten te werk
gesteld en wel 172 (139) in de werkinrichtingen, 32 (26) bij den
Dienst der Gemeenteplantsoenen en 20 (8) in de Stichting
„Rosenburg”.
Daarnaast werd in samenwerking met de Gemeentelijke
Arbeidsbeurs, afd. Bijzondere bemiddeling, en door rechtstreek-
sche bemiddeling van de zusters voor maatschappelijk werk
zooveel mogelijk getracht passenden arbeid voor de herstelde
patiënten te vinden. Op den Gemeentelijken Vakcursus voor
Werkloozen kon een 16-tal hunner ter herscholing in het oude
beroep of in opleiding worden geplaatst.
Afdeeling Kinderbescherming.
Den Wethouder voor Sociale Zaken werd medegedeeld, dat Algemeene
het aantal schoolartsen te gering was om den school- gegevens.
VERSLAS VAN DEN GEM. GENEESKUNDIGEN EN GEZONDHEIDSDIENST. 37