33 Bij 45 kinderen uit de klassen voor sleehthoorenden was de hardhoorendheid gezeteld in het middenoor, bij 28 in het binnen oor, al of niet gecombineerd met middenoor-doofheid. Van deze laatsten waren 3 als practisch doofstom te beschouwen. In tegenstelling met wat bij de doofstommen gevonden wordt, blijkt dus onder de sleehthoorenden nog altijd de middenoor-doofheid het grootste contingent te leveren. Van eenige kinderen met middenoor-doofheid verbeterde de gehoorscherpte zoodanig, dat zij in staat zouden zijn het gewone lager onderwijs weer te volgen, maar op grond van kans op reci- dief en van het onderwijsbelang was het wensehelijk, dat deze kinderen op deze school bleven. Bij het gehooronderzoek bleek, dat van de sleehthoorenden 3 de luide spraak op geen der ooren verstonden; 64 verstonden fluisterspraak op minder dan 2 meter afstand, 6 verstonden fluisterspraak op meer dan 2 meter afstand. In de klassen voor leerlingen met gespleten gehemelte hebben van de 27 slechts 10 een normaal gehoor, 4 hebben 1 of 2 loop- ooren en 13 hebben een min of meer gedaalde gehoorscherpte, ten gevolge van middenoorcatarrh en/of afgeloopen middenoor- etteringen, zooals zoo vaak bij kinderen met gehemeltespleten optreden. Voor een groot deel behooren deze laatste twee groepen van kinderen dus ook tot de sleehthoorenden (waarbij ze hier echter niet gerekend zijn). 5 leerlingen dragen een obturator; van de overigen zijn er nog verscheidenen, die in aanmerking komen voor een obtu rator, ofschoon bijna allen geopereerd waren voor hun gehe- meltespleet. Het resultaat van deze operaties was bij deze kin deren voor de spraak onvoldoende. Wegens ernstige spraakgebreken (anders dan ten gevolge van een gespleten gehemelte) werden 21 kinderen behandeld, die hiervoor speciaal onderwijs ontvangen (hoorendstommen). Ook hieronder bevinden zich talrijken, wier gehoorscherpte nog geen 2 meter fluisterstem bedraagt. Door de afdeeling Onderwijs der Gemeentesecretarie werden Vrijstelling der 29 (23) aanvragen voor vrijstelling der leerverplichting op leerverplichting, grond van art. 7 en 7bis der Leerplichtwet ter inzage gezon den. Zij werden, waar dit wensehelijk leek, door den leider der afdeeling gecontroleerd. Meermalen konden nuttige aanwijzin gen of adviezen worden gegeven. In zake huisonderwijs werden 122 adviezen verstrekt, waar- Adviezen inzake van 71 voor nieuwe aanvragen en 51 voor verlenging van den huisonderwijs, aanvankelijk gestelden termijn. VERSLAG VAN DEN GEM. GENEESKUNDIGEN EN GEZONDHEIDSDIENST. 37

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1938 | | pagina 819