39
3
Bij rondschrijven van den Minister van Sociale Zaken van Werkloozen-
16 September 1937, No. 201—1129, Afd. W. en S„ werd ten be- steunregeling,
hoeve van inwonende meerderjarige kinderen, die ten minste
13 weken een loon verdiend hadden, overeenkomende met den
steun voor uitgetrokken kostgangers, een extra-bijslag van f 2,—
per week toegekend op het door het gezinshoofd genoten steun
bedrag. Deze bijslag kon ingevolge het rondschrijven van den
Minister van 18 Januari 1938, No. 3001129, Afd. W. en S., voor
taan ook verstrekt worden aan inwonende kinderen, die den
leeftijd van 18 jaar bereikt hebben, terwijl de loongrens terugge
bracht werd tot de helft van den steun voor uitgetrokken kost
gangers.
Voorts werden door den Minister bij rondschrijven van 21 Fe
bruari 1938, No. 2001129, Afd. W. en S., gewijzigde schalen, aan
gevende de maximum-steunuitkeering in verhouding tot het ver
diende loon, ingevoerd.
Daarenboven werd door de Ministers van Sociale en Econo
mische Zaken een regeling voor steunverleening aan kleine
tuinders vastgesteld. Deze regeling beoogde tewerkstelling van
tuinders op eigen bedrijf en trad met ingang van 1 Juni 1938
in werking. Hierbij werden onderscheiden:
A. tuinders met f 4,per week of minder aan netto theore
tische bedrijf sinkomsten,
B. tuinders met meer dan f 4,doch minder dan f 7,
per week aan netto theoretische bedrijf sinkomsten,
C. tuinders met meer dan f 7,per week aan netto theore
tische bedrijf sinkomsten.
Steun ingevolge deze regeling werd uitsluitend toegekend aan
de onder B. en C. bedoelden, terwijl de onder A. aangeduiden
ondersteund werden ingevolge de Rijkswerkloozensteunregeling.
Aan de onder B. en C. aangegeven tuinders werden in het jaar
1938 onderscheidenlijk bedragen van f 645,58 en f 1.770,13 uit
gekeerd.
De samenstelling van de Commissie van advies voor den
werkloozensteun werd in 1938 niet gewijzigd.
Evenals in 1937 werd in 1938 voor alle valide werkloozen in
de kosten van steunverleening een bijdrage verleend uit het bij
de wet ingestelde Werkloosheidssubsidiefonds. Deze bijdrage
werd in 1938 voor de gemeente ’s-Gravenhage voorloopig vast
gesteld op 60,3
In totaal werd in het jaar 1938 aan werkloozensteun uitbe
taald:
a. f 3.555.111,655 (waaronder noodvoorzieningen, brandstof-
verstrekkingen en Kerstuitkeeringen, doch niet inbegrepen de
VERSLAG WERKLOOSHEIDSVERZEKERING ENZ.