42
2
te danken heeft, kan men veilig toeschrijven aan zijn onver
droten plichtsbetrachting, zijn strikte onpartijdigheid, zijn orga
nisatorisch beleid en zijn menschelijke kwaliteiten. Het insti
tuut, dat hij zijn opvolger naliet, draagt den stempel van de
hooge, zuivere opvatting van zijn taak en van de concentratie
zijner geheele gave persoonlijkheid daarop. Hoe eveneens de
overheid zijn arbeid gewaardeerd heeft, bleek bij zijn afscheid
uit de toekenning van de gouden gedenkpenning der Gemeente.
Wie met de gymnasiale constellatie bekend is, weet, dat de
conrector, wiens aandeel in de schoolleiding doorgaans voor
het publiek bescheiden op den achtergrond blijft, naast den
rector een belangrijke positie inneemt. De uitnemende verstand
houding tusschen de heeren van Hille en van der Loeff heeft het
hare bijgedragen tot een vruchtdragende samenwerking en tot
de goede reputatie van de school, waarin ook de markante per
soonlijkheid van den bij de leerlingen zeer geliefden conrector
en docent voortaan noode gemist zal worden.
Ook aan Dr. Meerdink is het gehalte van het gymnasiale
onderwijs zeer veel verschuldigd. Zijn boeiende lessen zijn erin
geslaagd bij de leerlingen de belangstelling in zijn vak op een
hoog peil te brengen en te handhaven.
Den door den Gemeenteraad 13 Juni 1938 cf. onze voordracht
met ingang van 1 September van dat jaar benoemden nieuwen
rector Dr. W. Hoving, tot dusver conrector van het lyceum
Stokroosplein, heeten wij hartelijk welkom. Als vroeger leeraar
aan het tweede gymnasium was hij voor ons geen onbekende;
mede krachtens zijn reputatie aan het lyceum zijn wij ervan
overtuigd, dat het rectoraat hem uitstekend is toevertrouwd.
Een opvolger in het conrectoraat was aan het einde van het
leerjaar nog niet aangewezen.
Overeenkomstig art. 26 der verordening tot regeling van
de Gemeentelijke gymnasia hebben curatoren in hun vergade
ring van 12 Maart 1938 een huishoudelijk reglement vastgesteld,
hetwelk aan Burgemeester en Wethouders is meegedeeld.
Over het algemeen was het gedrag der leerlingen goed. Ook
de vlijt van de meesten was normaal; zelfs van sommigen, vooral
de meisjes, overdreven in verhouding tot geestelijke en licha
melijke capaciteiten. Gelijk in vorige jaren hadden de vorderin
gen in de eerste klas te lijden van een moeilijke aanpassing bij
het nieuwe onderwijssysteem en de nieuw’e schoolomgeving.
Curatoren der Gemeentelijke Gymnasia,
C. FEITH, Voorzitter.
L. P. J. MICHIELSEN, Secretaris.
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.