42
14
Onderwijs.
Algemeene
opmerkingen.
Ingrijpende maatregelen met betrekking tot de algemeene
organisatie van het voortgezet onderwijs hebben niet plaats
gehad.
Bij Raadsbesluit van 11 April 1938 kwam een wijziging tot
stand van de verordening, regelende de heffing van schoolgeld
voor de gymnasia, hoogere burgerscholen, lycea en de handels-
dagschool; mede in verband daarmede werd met ingang van
1 Augustus 1938 ingetrokken de verordening no. 38 van 1937,
betreffende toekenning van schoolgeldbeurzen voor het volgen
van het onderwijs aan de in deze gemeente gevestigde gymnasia,
lycea en hoogere burgerscholen.
In zijn vergadering van 23 Mei 1938 besloot de Raad tot wij
ziging van de verordeningen, onderscheidenlijk tot regeling van
het openbaar middelbaar onderwijs (no. 10 van 1920) en tot
regeling van het onderwijs aan de Gemeentelijke gymnasia (no.
28 van 1922), een en ander voor zooveel betreft het instellen van
verplichte bijeenkomsten met ouders, voogden en verzorgers.
Bij besluit van 27 Juni 1938 besloot de Raad tot wijziging van
de verordening, regelende de bezoldiging van het onderwijzend
personeel van de Gemeentelijke gymnasia, lycea, hoogere bur
gerscholen en de handelsdagscholen, voor zooveel betreft het
toekennen van een toelage aan leeraren, die den rector of den
directeur bij afwezigheid of ontstentenis vervangen.
De commissiën, belast met het onderzoek naar de mogelijk
heid om onderscheidenlijk voor de verschillende vakken van
onderwijs meer eenheid in de boekenlijsten te brengen, zetten
haar werkzaamheden voort.
Burgemeester en Wethouders verleenden op haar verzoek
ontheffing van het toezicht op de school tot opleiding van win
kelpersoneel aan de sub-commissie B van de Commissie van toe
zicht op het Middelbaar Onderwijs, zulks in verband met de be
slissing van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen, om deze school bij het nijverheidsonderwijs in te
deelen.
De indeeling van het schooltoezicht onderging overigens geen
verandering. Mededeeiingen omtrent wijzigingen in de samen
stelling van de colleges van curatoren en van de commissiën van
toezicht, alsmede betreffende de door deze verrichte werkzaam
heden, zijn opgenomen in hun hiervoren afgedrukte verslagen.
Voor zoover noodig werd gezorgd voor aanpassing aan de
nieuwe wettelijke voorschriften betreffende het middelbaar
onderwijs. Van de in vorige jaren gedane proefnemingen
hebben sommige tot bestendiging van de getroffen maatregelen
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.