1
Bijlagen.
’s-Gravenhage, 29 Maart 1939.
C. W. SCHLINGEMANN, Voorzitter.
J. VAN WIJK, Secretaris.
Beroep op den
Centralen Raad beroep tegen het door Burgemeester
van Beroep.
lieden bevoegde gezag) mag plaats hebben, welke noodzaak i.e.
niet aanwezig geacht werd.
In het onder no. 8 vermelde geval, betreffende een uitkeering
ingevolge een Gemeentelijke verordening, welke aan enkele
groepen van personeel op arbeidscontract aanspraak op een
periodieke uitkeering bij ouderdom of invaliditeit toekent, zag
het Scheidsgerecht zich in verband met het van overeenkomstige
toepassing verklaarde art. 48 der Pensioenwet 1922 geplaatst
voor de vraag, of het uit een ongeval bij de uitoefening van den
dienst voortgekomen gebrek, dat de ongeschiktheid voor de be
trekking veroorzaakte, het rechtstreeksche gevolg was van de
uitoefening van dien dienst. Mede op grond van de terzake dooi
den medisch-deskundige afgelegde verklaringen overwoog het
Scheidsgerecht, „dat zulk een rechtstreekseh gevolg moet worden
„aangenomen, niettegenstaande de inwerking van de aderver
kalking op de genezing, omdat het aannemelijk is, dat ieder
„ander normaal persoon van denzelfden leeftijd als appellante
„dezelfde of dergelijke gevolgen van het ongeval zoude hebben
„ondervonden.” Uit dien hoofde kende het Scheidsgerecht alsnog
een verhoogde invaliditeitsuitkeering toe.
In het onder no. 4 genoemde geval kwam de ambtenaar in
en Wethouders overeen
komstig het advies van het Scheidsgerecht genomen besluit. De
Centrale Raad verklaarde zijn beroep ongegrond. In alle overige
uitspraken werd zoowel door de appellanten als van de zijde der
Gemeente berust in het hierboven besproken geval no. 8 stond,
waar het een arbeidscontractante betrof, geen hoogere voor
ziening open.
Bijlage I geeft een overzicht van de behandelde zaken,
bijlage II van de in 1938 aan ambtenaren en werklieden op
gelegde straffen en schadevergoedingen en van de gevallen,
waarin aan vast personeel ontslag wegens ongeschiktheid,
anders dan ten gevolge van lichaams- of zielsgebreken, werd
verleend.
9
VERSLAG VAN HET GEMEENTELIJK SCHEIDSGERECHT.