11
19
onderzoek door het Melkcontrölestation te doen instellen naar
de herkomst dezer streptococcen en intussehen de melk van de
boerderij, vanwaar de besmette melk afkomstig was, niet af te
leveren, alvorens de oorzaak der besmetting was gevonden en
de melk der zieke koeien niet meer werd bijgevoegd.
In vele gevallen leverden deze waarschuwingen geen merk
baar resultaat op; de melk van de betrokken grossier of melk
inrichting bleef met streptococcen bedeeld, zoodat vanwege
onzen Dienst moest worden opgetreden. Dit geschiedde ook
steeds in die gevallen, waarin een sterke besmetting met masti-
tis-streptococcen werd geconstateerd. Op deze wijze werden 329
monsters melk van afzonderlijke koeien of uierkwartieren in
stal of weide genomen.
Er is 19 maal een strafvervolging uitgelokt tegen veehou
ders, die, blijkens het aldus ingestelde onderzoek, melk uit kenne
lijk zieke uiers aan deugdelijke melk toevoegden en afleverden.
In deze gevallen werd vastgesteld, dat de veehouder in verband
met de afwijking, welke de uier of de melk van de zieke koe
vertoonde, de aflevering van het abnormale product had kunnen
voorkomen.
Van 396 monsters (d. i. 2,0 van het aantal onderzochte
monsters) was de houdbaarheid onvoldoende; bovendien bevat
ten 32 monsters meer dan geringe sporen verontreinigingen.
De onvoldoende houdbaarheid van de melk is in den regel
het gevolg van onvoldoende koeling tijdens een te langdurige
bewaring. Vooral bij de melk in winkels laat de verschheid
nogal eens te wenschen over. Er zijn 79 partijen melk door ver
menging met kleurstof of keukenafval voor de consumptie onge
schikt gemaakt, terwijl in verschillende gevallen tegen de ver-
koopers een strafvervolging is ingesteld.
Wegens het afleveren van melk, welke in ondeugdelijken
toestand verkeerde als gevolg van bijmenging van melk van
uierziek vee, aanwezigheid van zichtbare verontreinigingen,
bederf door onvoldoende koeling enz., zijn in 1939 in totaal 67
processen-verbaal opgemaakt.
Ter opsporing van de oorzaak van bij melkmonsters gecon- Melk bij levering
stateerde gebreken of tot vaststelling van de aansprakelijkheid en ter produc-
daarvoor werden 2 478 monsters genomen op het oogenblik, tieplaatse.
waarop melk door veehouders of grossiers aan wederverkoopers
werd af geleverd. Daarvan waren 320 ondeugdelijk (13 en
wel 59 ten gevolge van vervalsching met water, 50 door afroo-
ming of vervalsching met taptemelk, 60 ten gevolge van ver
menging met melk van uierziek vee en 140 wegens een zeer hoog
gehalte aan micro-organismen en daardoor van onvoldoende
VERSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN.