12
12
Laboratorium-
onder
zoekingen.
Bij de sectie op de aan miltvuur lijdende dieren werd bij geen
van beide eenige localisatie gevonden. Slechts werd het beeld
van een septichaemie aangetroffen.
In 1939 werden 1830 laboratoriumonderzoekingen verricht.
Dit aantal is veel grooter dan in 1938, toen het 1193 bedroeg. Een
vergelijking met daaraan voorafgaande jaren doet eveneens een
belangrijke stijging zien.
De oorzaken van deze sterk vermeerderde laboratoriumwerk -
zaamheden zijn ongetwijfeld te zoeken in het veelvuldig voor
komen van varkenspest en het groote aantal noodslachtingen,
dat werd aangevoerd, terwijl verder het voortschrijden van de
onderzoekingstechniek in de laatste jaren ook hier zijn invloed
deed gelden.
Bacteriologisch onderzoek werd 894 maal (vorig jaar 482
maal) toegepast en wel bij 158 runderen, 22 graskalveren, 46
vette kalveren, 50 nuchtere kalveren, 162 eenhoevige dieren, 427
varkens, 27 schapen en 2 geiten.
Hierna volgt een tweetal staten, die gegevens verschaffen
over deze onderzoekingen, waarvan 47 een positieven uitslag
vertoonden.
VERSLAG VAN HET OPENBAAR SLACHTHUIS.
Na bacteriologisch onderzoek werden
voorw.
DIERSOORT.
b
c
c
2
2
4
1
2
1
1
2
8
12 206
2
2
4
2
1
2
Runderen.
Graskalveren
Vette kalveren
Nuchtere kalveren
Eenhoevige dieren
Varkens
Schapen
Geiten
In deze staten beteekent a: normale slachting, b: noodslachting, c: ge
storven dier.
117
17
35
45
44
370
8
3
4
goed
gekeurd.
8 14
1
7
2
50 19
36
9 10
1
4
5
2
10
23
5 14 27
4
afge
keurd.
9
1
9
2
Gevallen
met
positieven
uitslag.
2
1
10
14
2
6
17 24
2
7
5
72 46
41
9 10
2 -
9
1
10
9
8
13
3
3
1
99
14
15
12
31
16 147
5
c a
Gevallen,
waarin
bacterio
logisch
onderzoek
werd
verricht.
a b I c
a b c
a b c
a b
voorw.
goed- goed-
I gekeurd gekeurd
I (vrijbank), (sterilisatie),
a b