12
13
Vleeschvergiftigingen kwamen niet
Positieve gevallen van bacteriologisch onderzoek:
voor.
Het histologisch onderzoek werd 22 maal toegepast.
De kook- en braadproef vond 222 maal plaats en was in 28 Kookproef.
gevallen positief, nl. bij 1 rund met een stinkende osteomyelitis,
1 noodslachting van een rund wegens mond- en klauwzeer,
1 rund met retentio secundinarum, 1 paard met koliek, 1 paard
met haemoglobinaemie, 1 paard met gangraeneuse pneumonie,
1 gestorven veulen met strongylose, 17 vischvarkens en 4 bin-
nenbeeren.
Een onderzoek naar de aanwezigheid van galkleurstoffen
werd 7 maal ingesteld. In 2 gevallen was het resultaat positief.
De pH-bepaling werd 192 maal toegepast en gaf in 19 geval
len een hoogere waarde dan 6,8.
VERSLAG VAN HET OPENBAAR SLACHTHUIS,
Verschijnselen by het dier.
Gevonden bacterie.
Diersoort.
Coccen.
Coccen.
Eenhoev. dier
Rottingsbacillen.
1
I c
b
Varken.
1
b
1
i
i
i
i
i
6
1
3
1
2
1
1
2
1
2
1
a
a
c
a
a
Sporenvormende
bacil.
Bae. paratyphi.
Coccen.
Bac. paratyphi.
Bac. coli.
Mond- en klauwzeer.
Traumatische pericarditis.
Miliair necrose.
Polyarthritis.
Gangraeneuse pneumonie.
Vlekziekte.
Gezwollen organen.
Varkenpest en pneumonie.
Borstziekte.
1
1
10
4
1
1
Graskalf.
Vet kalf.
Nuchter kalf.
Geen anatomische afwij
kingen.
Miliair necrose.
Levercirrhose.
Polyarthritis.
Pyaemie.
Pneumonie.
Thrombose van de vena
cava.
Geen anatomische afwij
kingen.
Septiehaemie.
paratyphi.
t,
a
a
a
I c
a
Aantaïl
geval-
len. I
Metritis.
Endometritis.
Leverabseessen.
Traumatische pericarditis.
Emphysemateuse vrucht.
I e Rund.
a
a
b
b
Gram-negatieve ba
cillen (niet verder
gedefinieerd).
Bac. coli.
Bac. rhusiopathiae
suis.
Bac. rhusiopathiae
suis.
Rottingsbacillen.
Bac. suisepticus.