30 Grondbedrijf. Rekening 1938. Over de middelen 67.758,80 11.605.495,17 HOOFDSTUK IV. FINANCIËN. Badbeheer” en Stichting „Haagsche Sport- en Speelterreinen”? over 1939 verschuldigde premiën zijn ten bate van den gewonen dienst der Gemeentebegrooting gekomen; zij hebben f 14.590,93 bedragen. Voor het Grondbedrijf wordt verwezen naar hoofdstuk III van het verslag van den Dienst der Stadsontwikkeling en Volkshuisvesting (bijlage 17). de ontvangsten de uitgaven batig slot f Naar de laatste aan de Gedeputeerde Staten ter vaststelling toegezonden rekening over 1938 van de gemeente ’s-Graven- hage bedroegen in dat jaar: gewone dienst. kapitaaldienst. f 69.304.660,70 f 118.935.776,37 68.316.019,99 130.609.030,34 988.640,71 nadeelig slot f 11.673.253,97 van 1938 is ter zake van credieten, op den gewonen dienst van 1938 toegestaan en naar dien voor 1939 overgebraeht, beschikt tot een bedrag van f 537.160,terwijl voorts nog, wegens ten laste van den dienst 1939 komende achter stallige uitgaven, welke op den dienst 1938 betrekking hebben, is beschikt over een bedrag van f 215.693,52. Daartegenover staat, dat verscheidene op 1938 betrekking hebbende bedragen bij het afsluiten van dien dienst nog niet waren ontvangen. Wordt rekening gehouden met die bedragen, voor zoover althans vaststond, dat zij inderdaad ontvangen zouden worden (d. i. f 246.580,37), dan blijkt, dat het dienstjaar 1938 sluit met een batig slot van f 988.640,71 (f 537.160,— f 215.693,52) f 246.580,37 f 482.367,56. Wat den „kapitaaldienst” betreft bleef te verhalen een bedrag, groot op de posten „Geldleening” en „Geldopneming van eigen fondsen” van de verschillende hoofd stukken werd in totaal minder ontvangen dan tot dekking van ver schillende buitengewone uitgaven noodig was, zoodat het nadeelig saldo van den kapitaal dienst groot isf 11.673.253,97 Voor verdere specificaties en toelichting van de cijfers der Gemeenterekening over 1938 zij verwezen naar de afzonderlijke f

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1939 | | pagina 33