Byline 26
Bijstand.
A. HAVENDIENST.
3
I. PERSONEEL.
Aan het einde van het verslagjaar waren 42 personen in
vasten dienst aan den Havendienst verbonden, terwijl enkele
losse werklieden gedurende korteren of langeren tijd bij den
Dienst werkzaam waren.
VERSLAG van den Gemeentelijken Dienst van
Haven- en Marktwezen te ’s-Gravenhage over het
dienstjaar 1939.
II. VISSCHERSHAVEN.
Op 1 Januari 1939 lagen in de haven de volgende vaartuigen: Scheepvaart
88 motorloggers, 3 stoomloggers, 3 motortreilers, 20 motorschok-
kers, 13 gamalenbooten, 22 pleziervaartuigen, 5 vletten, 1 zeil-
vrachtschip, 1 baggermolen, 1 zandzuiger, 2 onderlossers, 1 sleep
boot, 1 vaartuig met zandstraalinrichting en 1 motorredding-
boot, totaal 162 vaartuigen. Behalve 6 Gdynia-motorloggers, 2
Vlaardingsche stoomloggers, 1 Rotterdamsehe en 3 Urker motor-
schokkers behoorden alle binnenliggende vissschersvaartuigen
tot de Soheveningsohe vloot.
In het geheel kwamen binnen 7.208 vaartuigen met een inhoud
van 654.778 m3 tegen 7.487 vaartuigen met een inhoud van
811.644 m3 in 1938.
De Commissie van Bijstand voor het Haven- en Marktwezen Commissie van
bestond op ultimo December van het verslagjaar uit de heeren Bijstand.
C. 1’. Damme, Th. M. Dresmé, F. L. van der Leeuw, Dr. F. L.
van Muiswinkel, H. Neuteboom en J. H. Scholte, onder voor
zitterschap van den Wethouder van Financiën en Openbare
Werken, den heer Ir. L. J. M. Feber.