By lage 31 VERSLAG van de Gemeentelijke Hypotheekbank, het Noodhypothekenfonds en het Rijkshypothekenfonds van ’s-Gravenhage over 1939. De bijzondere internationale omstandigheden deden in ruime Algemeene mate haar invloed gelden op de uitkomsten der drie hypotheek- beschouwingen, instellingen. In de eerste helft van het jaar slaagden vele geldnemers er nog in elders hypotheek op voordeeliger voorwaarden te verkrij gen en losten de leeningen ten behoeve van de Gemeente af, hetzij vervroegd, hetzij bij afloop van den leeningstermijn. Er werden bij de drie hypotheekinstellingen te zamen 104 leeningen geheel afgelost tot een bedrag van rond f 1.446.500, Na het uitbreken van den oorlog in September hadden nog slechts enkele aflossingen plaats. In verband met de buitengewone omstandigheden werd exe cutie van onderpanden zooveel mogelijk voorkomen of uitge steld. Mede hierdoor is in verscheidene gevallen opschorting van aflossing en/of verlaging van hypotheekrente toegestaan. Over het algemeen was echter de betaling van de verschul digde rente en aflossing bevredigend. Vele geldnemers betaal den reeds vóór den vervaldag. Aangezien in 1939 de Gemeentelijke Hypotheekbank geen nieuwe hypotheken verstrekte en het Noodhypothekenfonds en het Rijkshypothekenfonds in liquidatie verkeeren, bleef dus de werking der drie hypotheekinstellingen, behoudens één bijzon der geval (zie verslag 1938, bladz. 2), beperkt tot overnemingen en voortzettingen van reeds bestaande leeningen. De totale omzet wegens overnemingen en voortzettingen bedroeg rond f 2.160.400,—, verdeeld over 154 posten (v.j. f 3.206.900,over 187 posten). De aflossingen bedroegen in totaal f 1.755.100,(v.j. f 2.749.400,waarin begrepen de hier boven genoemde algeheele aflossing van 104 leeningen, te zamen bedragende f 1.446.500,Het totaal der 767 (v.j. 862) uitstaande hypotheken beliep op 31 December rond f 16.920.700,(v.j. f 18.578.800,dit is f 1.658.100,minder dan het vorige jaar.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1939 | | pagina 618