32
c.
7
op pensioenen.
7. VERKOCHTE ONDERPANDEN.
Wegens niet-aflossing of -vernieuwing moesten 6 493 belee
ningen tot een totaal bedrag van f 53.990,executoriaal worden
afgewikkeld.
A. Leeningen op
onderpand.
Het totaal-generaal der uitgeleende gelden bedroeg Totalen A, B en
f 2.078.424,90 tegen f 1.965.814,26 in 1938, alzoo een booger be
drag van f 112.610,64.
De in deze paragraaf genoemde cijfers zijn nader gespecifi
ceerd in staat No. 1.
6. AFLOSSINGEN.
Afgelost werden:
Het aantal weekbeleeningen (beleeningen met een duur van
ten hoogste 7 dagen) bedroeg 23 622, of 20 van het totaal
aantal geloste panden. De beleeningssom van deze weekpanden
bedroeg in totaal f 122.982,50, of ruim 9 van de totaal afge
loste beleensommen. Vorengenoemde percentages zijn iets hooger
dan in 1938.
In totaal werden 1210 voorschotten op pensioenen af gelost, B. Voorschotten
tot een totaal bedrag van f 257.340,40.
In 1938 bedroegen deze cijfers onderscheidenlijk 1050 en
f 215.429,51, alzoo een verschil van 160 voorschotten tot een be
drag van f 41.910,89.
In totaal is afgelost van andere geldleeningen een bedrag C. Andere geld-
van f 422.711,71 tegen f 371.536,80 in 1938, alzoo een verschil van leeningen.
f 51.174,91.
Het’aantal betalingen bedroeg in 1939 110 577 tegen 100 060
in 1938.
Het totaal-generaal der afgeloste gelden bedroeg f 2.012.759,36 Totalen A, B en
tegen f 1.880.462,06 in 1938, alzoo een hooger bedrag van C.
f 132.297,30.
De in deze paragraaf genoemde cijfers zijn nader gespecifi
ceerd in staat No. 1.
VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE LEEN- EN VOORSCHOTBANK.
39.211,50
in 1939 meer
1 269
f
1) Inbegrepen 9 beleeningen tot een bedrag van f 755,met effecten
als onderpand.
2) Inbegrepen 3 beleeningen tot een bedrag van f 140,— met effecten
als onderpand.
in 1939
in 1938
Bedrag.
f 1.332.707,25
1.293.495,75
Aantal leeningen
op onderpand.
114 901
2) 113 632