33
5
dat in 1939 het aantal dergenen, die gedurende korte perioden
gewerkt hebben, is gestegen. Dit wordt bevestigd door de ver
meerdering van het aantal plaatsingen van tijdelijken aard, dat
in 1938 8 923 en in 1939 9 719 bedroeg.
Het jaargemiddelde van het aantal werkloozen wordt, evenals
in vorige jaren, ongunstig beïnvloed door de seizoenwerkloosheid
in Januari, Februari en Maart, toen onderscheidenlijk 24 796,
24 013 en 22 342 personen als werkloos stonden ingeschreven.
Het werkloozencijfer (de in werkverschaffing geplaatsten
inbegrepen) liep door seizoenopleving met ruim 6 500 terug (in
1935 4 500, in 1936 5 000, in 1937 5 600, in 1938 5 400).
Eind Juni bedroeg het aantal ingeschreven werkloozen 17 749
en waren 528 personen in de werkverschaffing geplaatst, te
zamen 18 277 personen, een vermindering sinds einde Januari
dus van 6 519 of 26,3 pCt. (vermindering JanuariJuni 1938:
21,2 pCt.). De seizoenopleving is derhalve in 1939 belangrijk
grooter geweest dan in 1938. Evenals in 1938 werd ook in 1939
in Juni het laagste werkloozencijfer bereikt.
De groote toeneming kwam, evenals in 1938, in 1939 eerst in
September (einde badseizoen).
De verwachting van velen, dat reeds onmiddellijk na afkon
diging van de mobilisatie, in het eind van Augustus, een groote
vraag naar arbeidskrachten zou komen, ging niet in vervulling.
Het tegendeel geschiedde. De stijging van het aantal werkloozen
was ditmaal in September grooter dan anders: het aantal liep
met 2 000 op. Daartegenover staat, dat die stijging in de maan
den October en November geen voortgang vond. Integendeel,
het aantal werkloozen ging opnieuw terug en daalde in Novem
ber 1939 zelfs andermaal beneden de 20 000, nl. tot 19 369, zulks
o.a. ten gevolge van de inschuiving van arbeidskrachten bij den
luchtbeschermingsdienst, voor militaire doeleinden en ter ver
vanging van onder de wapenen geroepen dienstplichtigen.
Vermelding verdient nog de omstandigheid, dat voor het
eerst na Augustus 1934 het werkloozencijfer in Mei 1939 de
in werkverschaffing geplaatsten inbegrepen beneden 20 000
kwam.
Aan het einde van het jaar bedroeg het aantal werkloozen
(met inbegrip der in werkverschaffing geplaatsten) 20 333 (in
1938: 24 340, in 1937: 25 410).
Hierna volgt een overzicht van het aantal werkzoekenden
op het einde van elke maand der jaren 1939 en 1938. Het aantal
aanbiedingen van niet-werkloozen is aanmerkelijk gestegen in
vergelijking met vorige jaren; toch schijnt nog steeds van onvol
doende bekendheid te zijn, dat men zich bij de Arbeidsbeurs kan
VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS.