33
25
V. INTERCOMMUNALE EN INTERNATIONALE
ARBEIDSBEMIDDELING.
met agenten;
bezoek van
agentschappen.
voor overheids
instellingen.
in bepaalde
bedrijfstakken.
De lijst van agenten in het district ’s-Gravenhage is als la. Bemiddeling in
bijlage V bij dit verslag gevoegd. het district.
De instructie van den Directeur der Districts-Arbeidsbeurs 1b. Vergaderingen
schrijft voor, dat de agenten der arbeidsbemiddeling ten minste
éénmaal per jaar moeten worden bezocht. Dit is in Mei en Juni
1939 geschied.
Een vergadering met die agenten is toen niet gehouden. Er
waren geen onderwerpen aanwezig, welke een samenroeping
rechtvaardigden.
Omtrent de bemiddeling in bepaalde bedrijfstakken (als be- 4. Bemiddeling
doeld in het schema voor het verslag, als bijlage IV gevoegd
bij de Beschikking van den Minister van Arbeid, Handel en
Nijverheid d.d. 17 Maart 1932) valt, na hetgeen daarover onder 2
van deze paragraaf werd geschreven, niets te vermelden.
De bemiddeling voor overheidsinstellingen, andere dan de 5. Bemiddeling
Gemeentediensten, nam in 1939 toe, doch zou nog veel meer
kunnen worden uitgebreid. De Rijksinstellingen hebben de
Arbeidsbeurs bij haar personeelsvoorziening nog niet regelmatig
ingesehakeld. Dikwijls spelen hier aanbevelingen van invloed
rijke personen een rol.
Ingevolge de bestaande regeling geschiedt de plaatsing van
personeel in Gemeentedienst door bemiddeling der Arbeidsbeurs.
Voor zoover de noodige krachten niet uit de Gemeentelijke
Personeelsreserve of uit wachtgelders (zie staat XVIII) kunnen
worden geput, wordt in de behoefte voorzien door plaatsing van
bij de Arbeidsbeurs ingeschrevenen. De bedrijven en diensten
verwijzen sollicitanten regelmatig naar haar en zenden inge
zonden sollicitatiestukken door.
Indien een aangevraagde kracht niet uit het aanbod bij de
Arbeidsbeurs kan worden geleverd, geschiedt de oproeping van
sollicitanten door de Arbeidsbeurs, welke instelling de inge
komen aanbiedingen verzamelt en bewerkt ten behoeve van den
desbetreffenden dienst.
Bij de Gemeentelijke diensten en bedrijven werden in de
jaren 19341939 geplaatst onderscheidenlijk 2 874, 1773, 1 883,
2 489, 3 069 en 4 512 personen.
De staat van diensten en bedrijven, waarbij deze krachten
werden geplaatst, is uit bezuinigingsoverwegingen wederom
niet meer in het verslag opgenomen.
VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS.