33 27 regularisatie van werkgele genheid. Wet van 16 Mei 1934, S. 257. bü verplaatsing van arbeiders in het binnen land of naar het buitenland. te werken voor het loon bij het collectief arbeidscontract bepaald. (Zie voor wachtgeldregeling No. 7 van deze paragraaf.) In het verslagjaar werd voortgegaan met het verleenen van 2.Hulpverleening reiskosten en (in daarvoor in aanmerking komende gevallen) steun voor de overgangsperiode aan personen, die hier moeilijk of niet aan arbeid konden worden geholpen en elders blijvend te werk konden worden gesteld. Die verplaatsingen namen ook in 1939 toe. De kosten, waarin het Rijk als regel de helft bijdroeg, be liepen f 2.927,38 (1938: f 3.339,76) (verplaatsingskosten aan werk krachten bij arbeid buiten de woonplaats). Deze verlaging is het gevolg van de omstandigheid, dat slechts gedurende de eerste 8 maanden van 1939 Haagsche arbeiders naar Duitschland zijn gegaan om daar te werken. Met verruiming en regularisatie van werkgelegenheid in het 3. Verruimingen particuliere bedrijf heeft de Arbeidsbeurs in het algemeen geen bemoeiing. De door Burgemeester en Wethouders in gestelde Commissie tot werkverruiming en regularisatie in het schildersbedrijf, waarvan de Directeur der Gemeentelijke Arbeidbeurs voorzitter is, heeft ook in 1939 haar werkzaamheden niet voortgezet. De Commissie was van meening, dat in deze tijden geen of weinig nuttig effect kan worden verkregen. De bemoeiing met beroepsverandering en opleiding van 4. Bemoeiing met werkloozen gaat buiten de openbare bemiddeling om. beroepsveran dering en op leiding van werkloozen. De werkzaamheden voor de uitvoering van de Wet van 5- Uitvoering 16 Mei 1934, S. 257, op het verrichten van arbeid door vreemde lingen waren ook in 1939 nog omvangrijk. Bij Koninklijk Besluit van 5 Juni 1936, no. 11, werd bepaald, dat alle vreemdelingen, met uitzondering van die, werkzaam in de internationale scheep vaart, onder de genoemde wet vallen. Men heeft dus ook ver gunning noodig voor het in dienst houden of nemen van buiten- landsch vrouwelijk huispersoneel, dat in grooten getale in deze gemeente werkt. In het tijdvak 17 September 193431 December 1938 werden 24 253 aanvraagformulieren uitgereikt; in het jaar 1939: 3 830. Het aantal aan den Rijksdienst der Werkloosheidsverzekering en Arbeidsbemiddeling uitgebrachte adviezen bedroeg over die tijdvakken onderscheidenlijk 15800 en 925. Het aantal adviezen was belangrijk minder dan het aantal uitgereikte aan vraagformulieren, omdat genoemde Rijksdienst als regel om- VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1939 | | pagina 672