33
29
wonen reeds verscheidene jaren in Nederland, zoodat alleen op
dien grond tot verleening van een arbeidsvergunning voor hen
wordt overgegaan. Zij zijn soms zóó met de bevolking samen
gegroeid, dat weigeren eener arbeidsvergunning tot onbillijkheid
zou leiden. Bovendien moet in het oog worden gehouden, dat
de Regeering zich bij met andere mogendheden gesloten ver
dragen verplicht heeft, voor de onderdanen dier staten arbeids
vergunningen te verleenen, onder beding dat in de betrokken
landen wederkeerig aan Nederlanders wordt toegestaan arbeid
te verrichten.
personeels-
reserve.
a. Werkverschaffing voor gesteunde werklooze handarbei- 6. Werkver-
ders. Voor de gegevens omtrent deze werkverschaffing wordt schaffing.
verwezen naar Bijlage VI.
b. Werkverschaffing voor gesteunde werklooze administra
tieve krachten, middelbaar geschoolden en academisch gevorm-
den. In 1939 werd de plaatsing van deze krachten in werkver
schaffing voortgezet, onderscheidenlijk ter hand genomen. De
eisch, dat de tewerkgestelden in ondersteuning moeten zijn,
geldt niet ten aanzien van laatstgenoemde categorie, terwijl ook
niet-ondersteunde middelbaar geschoolden te werk gesteld
kunnen worden, mits zij gehuwd zijn en hun omstandigheden,
ter beoordeeling van den Minister van Sociale Zaken, van dien
aard zijn, dat zij met ondersteunden gelijkgesteld kunnen worden.
Dergelijke krachten werden geplaatst bij de afdeelingen
Bevolking enz., Onderwijs en Crisis- en Distributiedienst der
Gemeentesecretarie, den Dienst der Stadsontwikkeling en Volks
huisvesting, den Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon, het
Gem. Bouw- en Woningtoezicht, den Dienst voor Kunsten
en Wetenschappen, het Oud-Archief, het Centraal Bureau
voor de Statistiek, het Rijksbureau voor Kunsthistorische
en Ikonografische Documentatie, den Rijks- en Provincialen
Waterstaat, de Provinciale Griffie, het Instituut voor Sier- en
Nijverheidskunst, de Stichting Nederlandsch Patriciaat en de
Nederlandsche Vereeniging Luchtbescherming. Bij deze instel
lingen werden in totaal te werk gesteld 182 personen. De inge
zonden loondeclaraties werden door de Arbeidsbeurs gecontro
leerd.
Voor verdere gegevens omtrent deze werkverschaffing wordt
verwezen naar Bijlage VI van dit verslag.
De Gemeentelijke Personeelsreserve, welke in 1925 werd inge- 7. Gemeentelijke
steld, is in 1939 verminderd met 30 personen, die haar verlieten
door een vaste aanstelling bij de bedrijven en diensten of door
ontslag. Het verloop onder de reservisten en de wachtgelders
VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS.