35
6
Huisvesting.
III. ONDERSTEUNING VOLGENS DE ARMENWET.
De reeds in 1936 bij Burgemeester en Wethouders ingediende
plannen tot verbouwing van de perceelen aan de Varkenmarkt,
Laan en Korte Beestenmarkt naderen het tijdstip van uitvoering.
De desbetreffende voorstellen werden in de Raadsvergadering
van den Hen December 1939 goedgekeurd.
De algemeene mobilisatie deed ook ten aanzien van de ge
bouwen haar invloed gelden.
Daar het schoolgebouw De-Gheijnstraat 129, waarin een
gelegenheid was gevestigd voor de betaling van ondersteuning,
op vordering van de militaire autoriteiten op 6 September 1939
moest zijn ontruimd, werd op dien datum het gebouw Prinse-
gracht la als betaalgelegenheid in gebruik genomen.
Om tegemoet te komen aan het bezwaar, dat vele armlas
tigen, waaronder ouden van dagen en invaliden, zich voor het
afhalen van de hun toegekende ondersteuning naar het centrum
der stad moeten begeven en mede in verband met het grooter
aantal ondersteunden zal binnenkort een betaalgelegenheid
worden geopend gelegen aan de le Van-der-Kunstraat 224.
Met hetzelfde oogmerk wordt getracht de beschikking te
krijgen over een betaallokaal in de omgeving van het Bezui-
denhoutkwartier.
Krachtens de bepalingen van de Armenwet worden onder
steund:
le. de groep „eigenlijke” armlastigen zooals ouden van
dagen (personen van 66 jaar en ouder), invaliden, zieken, gezin
nen zonder kostwinner enz. en drie groepen van valide personen,
die op grond van de bestaande Ministerieele voorschriften niet
ingevolge de Rijkssteunregeling kunnen worden gesteund. Deze
groepen validen omvatten:
a. personen van eiken leeftijd, die nog steeds of nu en dan
als zelfstandigen werkzaam zijn, maar die geen of te geringe
inkomsten uit hun bedrijf genieten;
b. personen, die den leeftijd van 66 jaar nog niet bereikt
hebben en hun zelfstandig bestaan vlak vóór of tijdens de onder-
steuningsperiode volledig hebben opgegeven en daarna nog
geen dertien weken in loondienst hebben gewerkt;
c. personen, die den leeftijd van 66 jaar nog niet bereikt
hebben en laatstelijk vóór den aanvang van hun steunperiode
wel dertien weken in loondienst hebben gewerkt, maar die om
door den Minister van Sociale Zaken bepaalde redenen (bv.
VERSLAG VAN MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON.