14 instrumenten. Toezicht op het verbruik van verband middelen. Toezicht op het verstrekken Werkzaam heden van de adviseurs in zake de ver strekking van prothesen en obturatoren. Doodschouw. In de regeling van het toezicht op het verstrekken van ge bitten en instrumenten, geheel of ten deele voor rekening der van gebitten en Gemeente, kwam geen wijziging. instrumenten. Wat betreft de verstrekking van kunstgebitten, waarop het toezicht is gecentraliseerd, werd gunstig geadviseerd op 456 (459) aanvragen, meerendeels op voordracht van den Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon; 78 aanvragen werden afgewezen. Daarnaast kon met de verstrekking van 6784 andere appara ten, w.o. 567 buikbanden, 96 breukbanden, 257 paar orthop. schoenen, 21 kunstbeenen en stelten, 906 paar steunzolen, 2 kunst armen, 156 corsetten en rechthouders, 337 paar elastieke kousen, 3122 brillen, 15 beugels en steunapparaten, 17 kunstoogen, 1 urinereceptaculum, 6 ontlastingreceptacula, 14 gehoorapparaten, 2 obturatoren, benevens 4 invalidewagentjes, 12 asthma-appara- ten, 2 gipsbedden, een en ander onder de verplichting van con trole vanwege den Dienst, accoord worden gegaan. In 262 gevallen werd den leider van de afdeeling Schooltand- verzorging advies over prothesen gevraagd; 407 nieuwe prothe sen werden hem ter goedkeuring voorgelegd. Ten behoeve van leerlingen van de school voor slechthoo- renden en spraakgebrekkigen werden 10 obturatoren of wijzi gingen van obturatoren aangevraagd. De officieele doodschouw, op uitnoodiging der Politie, neven taak voor de controleerende geneeskundigen, vond in het afge- loopen jaar 19 (12) maal plaats. schen den controleerenden geneeskundige en den behandelenden geneesheer over de geschiktheid om na ziekte den arbeid te hervatten; b. 14 maal in opdracht van Burgemeester en Wethouders. De uitspraken der Commissie waren de volgende: het geval onder a vermeld leidde tot de beslissing: geschikt voor verdere waarneming van den dienst; in de onder b genoemde gevallen: 6 overeenkomstig de uit spraak van den controleerenden geneeskundige, nl. ongeschikt voor verdere dienstvervulling. In de overige 8 gevallen betrof het een aanstelling in Gemeentedienst. Hiervan werden 6 over eenkomstig de uitspraak van den keurenden geneeskundige ongeschikt verklaard, terwijl 2 als geschikt konden worden aanvaard. Het toezicht op het verbruik van verbandmiddelen had op de in de laatste jaren gebruikelijke wijze plaats. 37 VERSLAG VAN DEN OEM. GENEESKUNDIGEN EN GEZONDHEIDSDIENST.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1939 | | pagina 816