37 18 Pleeggezinnen. Laboratorium- onderzoekin- gen. Logementen en burgerkost- huizen. hoogste eischen, daar een paar warme dagen, met het daarmee gepaard gaande drukke bezoek, de algengroei, en daarmee het groen worden van het zwemwater, uitermate bevorderen. Tegelijk met het intreden van den mobilisatietoestand werd de controle op logementen en burgerkosthuizen herhaald en verscherpt. Immers, de vrees bestond, dat de Gemeente een stroom vluchtelingen kon verwachten, met al de sanitaire moei lijkheden, die dit medebrengt. Over het algemeen is de zindelijkheid der hier bedoelde inrichtingen redelijk, de vluchtgelegenheid bij brand daaren tegen veelal volkomen onvoldoende. Omtrent de getroffen maat regelen zullen in het volgende verslag mededeelingen worden gedaan. Een groot bezwaar voor het nemen van maatregelen bij dreigend vlektyphus-gevaar lijkt ons het over de stad verspreid wonen van door Maatschappelijk Hulpbetoon gesteunden, die niet in gezinsverband leven. Het zou ons beter voorkomen, deze menschen in door ons hygiënisch gecontroleerde burgerkost huizen onder te brengen, waar ze een behoorlijke verzorging en pension konden hebben, benevens een klein zakgeldje. Hierom trent wordt met de betrokken instanties nog overleg gepleegd. Thans volgt een overzicht van de in het laboratorium van de Afd. Volksgezondheid verrichte onderzoekingen. Onderzoek van keel- of neusslijm op diphtherie vond 973 en op haem. streptococcen 9 maal plaats, van faeces op dysenterie 274, op typhus 30, op paratyphus 7 maal, van preparaten op gonococcen 2 maal. Onderzoek van zeewatermonsters, genomen langs de kust strook van onze gemeente, had 6 maal plaats, dat van water monsters van de zweminrichtingen 10 maal. De vacuum-formaline-oven van de ontsmettingsinrichting werd 6 maal onderzocht op kiemdoodend vermogen, waarbij bleek, dat het apparaat aan de gestelde eischen voldoet. Regelmatig werd advies uitgebracht omtrent het al of niet toelaten van kinderen in inrichtingen voor verpleging van kinderen, alsmede in pleeggezinnen, waar kinderen voor reke ning van Maatschappelijk Hulpbetoon worden opgenomen. Deze controle strekte zich tevens uit over het in de inrichtingen aan te stellen hulppersoneel. De hiervoor in de observatie-inrichting verrichte onderzoekingen bedroegen in totaal 532, te weten 473 kinderen en 59 vrouwen. In 81 gevallen had keuring van een pleeggezin plaats. Van het Consultatiebureau voor Tuberculose werd wederom alle medewerking verkregen. VERSLAG VAN DEN GEM. GENEESKUNDIGEN EN GEZONDHEIDSDIENST.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1939 | | pagina 820