39
2
Bijslagen op kas-
uitkeeringen.
Werkloozen-
steunregeling.
den 408 terugstortingen verkregen, tot een gezamenlijk bedrag
van f 3.577,48.
In 29 gevallen werd langs officieelen weg tegen de verstrekte
uitkeeringen bezwaar gemaakt tot een totaal bedrag van
f 1.303,21. In 8 van deze gevallen, te zamen betrekking hebbende
op terugstorting tot een bedrag van f 374,86, ging de desbetref
fende vereeniging in beroep. Ten aanzien van deze beroepen
besliste de Minister:
in 6 gevallen, te zamen betrekking hebbende op terugstorting
tot een bedrag van f 264,40, dat de Gemeente terecht bezwaar
gemaakt had;
in 2 gevallen, te zamen betrekking hebbende op terugstorting
tot een bedrag van f 110,46, dat de Gemeente ten onrechte
bezwaar gemaakt had.
In geval de onrechtmatige uitkeering verkregen werd door
het opzettelijk verzwijgen van inkomsten, tijdens werkloosheid
uit loonarbeid genoten, of door een anderen vorm van bedrog,
werd royement gevorderd en aangifte gedaan bij de politie. Dit
geschiedde in 6 gevallen.
Voor rekening van Rijk en Gemeente (Rijksbijdrage voor
1939 voorloopig vastgesteld op 60,8 pCt.) werden ook in 1939 op
de kasuitkeeringen bijslagen toegekend om te voorkomen, dat
uit de kas trekkende leden in ongunstiger omstandigheid zouden
verkeeren dan wanneer zij als uitgetrokken of dubbel uitge
trokken werkloozen in ondersteuning zouden zijn opgenomen.
Deze bijslagen bedroegen in 1939 in totaal f 24.555,97.
Bij rondzendbrieven van 31 December 1938, No. 250—1392,
Afd. W. en S., en 16 Januari 1939, No. 3001392, Afd. W. en S.,
bepaalde de Minister van Sociale Zaken, dat bij de berekening
van den ingevolge de werkloozensteunregeling toe te kennen
steun de verdiensten door inwonende en uitwonende dochters
met het verrichten van huishoudelijken arbeid verkregen,
buiten beschouwing kunnen worden gelaten. Deze regeling is
ook van toepassing verklaard op de steunregeling voor kleine
boeren en tuinders.
Voorts werd bij rondzendbrief van den Minister van 22 Mei
1939, No. 111217, Afd. S., de steunverleening aan als kostwin
ners in de steunregeling opgenomen plaatsvervangers van onder
de wapenen geroepen dienstplichtigen geregeld. In verband met
de afgekondigde algemeene mobilisatie werd deze regeling op
2 September 1939 vervallen verklaard. Betreffende de steun
verleening aan hen, die mobilisatievergoeding (kostwinnersver
goeding e.d.) ontvingen, gaf de Minister bij rondzendbrief van
11 October 1939, No. 12—1217, Afd. S., nadere aanwijzingen
VERSLAG WERKLOOSHEIDSVERZEKERING ENZ.