39
3
met betrekking tot vragen, welke terzake bij de uitvoering der
steunregeling voor werklooze arbeiders en de steunregelingen
voor kleine boeren en tuinders zouden kunnen rijzen.
Daarenboven bepaalde de Minister in zijn rondzendbrief van
19 December 1939, No. 3001129, Afd. S., dat in verband met de
opgetreden prijsstijgingen de in de werkverruiming verdiende
loonen en de steunuitkeeringen voor in de gesubsidieerde steun
regeling opgenomen werkloozen met een duurtebijslag van 5 pCt.
der netto-uitkeeringen verhoogd konden worden. Voor kleine
boeren en tuinders trof de Minister bij rondzendbrief van 22
December 1939, No. 3021129, een overeenkomstige regeling.
De met ingang van 1 Juni 1938 ingevoerde regeling voor
steunverleening aan kleine tuinders werd ook in het jaar 1939
toegepast. Evenals in het jaar 1938 werden hierbij onderscheiden:
A. tuinders met f 4,per week of minder aan netto theore
tische bedrijf sinkomsten,
B. tuinders met meer dan f 4,—, doch minder dan f 7,
per week aan netto theoretische bedrijfsinkomsten,
C. tuinders met meer dan f 7,per week aan netto theore
tische bedrijfsinkomsten.
Steun ingevolge deze regeling werd uitsluitend toegekend
aan de onder B en C bedoelden, terwijl de onder A aangeduiden
ondersteund werden ingevolge de Rijkswerkloozensteunregeling.
Aan de onder B en C aangegeven tuinders werden in het jaar
1939 onderscheidenlijk bedragen van f 2.391,56 en f 2.864,31 uitge
keerd.
De samenstelling van de Commissie van Advies voor den
Werkloozensteun werd in 1939 niet gewijzigd.
Evenals in 1938 werd in 1939 voor alle valide werkloozen in
de kosten van steunverleening een bijdrage verleend uit het bij
de wet ingestelde Werkloosheidssubsidiefonds. Deze bijdrage
werd in 1939 voor de gemeente ’s-Gravenhage voorloopig vast
gesteld op 60,8 pCt.
In totaal werd in het jaar 1939 aan werkloozensteun uitbe
taald:
a. f 3.538.054,15® (waaronder noodvoorzieningen, brandstof-
verstrekkingen, Kerstuitkeeringen en duurtebijslag, doch niet
inbegrepen de bijslag op de kasuitkeeringen) aan de ingevolge
de Rijkswerkloozensteunregeling ondersteunde werkloozen, die
lid zijn van een door het Rijk gesubsidieerde vereeniging met
werkloozenkas, of lid zijn van een vereeniging van overheids- en
semi-overheidspersoneel
b. f 3.059.576,48 (waaronder noodvoorzieningen, brandstof-
verstrekkingen, Kerstuitkeeringen en duurtebijslag) aan de
VERSLAG WERKLOOSHEIDSVERZEKERING ENZ.