I 39 5 particuliere wachtgeld regelingen. fonds voor Kunstenaars. Voor de door de onder a. aangeduide organisaties gevoerde administratie betaalde ook in 1939 de Gemeente een vergoeding, met dien verstande, dat de Raad in zijn vergadering van 18 December 1939 (Verz. No. 583) het vroeger gestelde maximum van f 2.500,per vakvereeniging per jaar, gerekend te zijn inge gaan met 1 Januari 1939 afschafte. Deze vergoeding bedraagt dus nu 7 cent per week voor eiken gesteunde boven het gemid delde wekelijksche aantal ondersteunden over het jaar 1930, ver meerderd met 25 pCt. De regeling gold ook voor de Landelijke Vereeniging tot onderlinge verzekering tegen de nadeelige gevolgen van werkloosheid en ziekte. Sedert 9 Juli 1937 wordt aan de Algemeene Werkloozenvereeniging (niet behoorende tot de onder a. aangeduide organisaties) een overeenkomstige ver goeding toegekend, bedragende 5 cent per week en per gesteunde, naar het aantal ondersteunden, voor wie de vereeniging de administratie verricht, verminderd met 10 pCt., zulks tot 1 Januari 1939 met een maximum van f 2.500,per jaar. Sedert 4 Februari 1938 geschiedt hetzelfde voor den R.-K. Volksbond, afdeeling ’s-Gravenhage, ten behoeve van bij deze instelling aangesloten ondersteunde werkloozen, die ten gevolge van hun werkloosheid geen lid van een R.-K. vakvereeniging met werk- loozenkas kunnen worden. Voor verdere mededeelingen betreffende den werkloozen- steun (in het bijzonder voor verstrekking van levensmiddelen tegen lagen prijs) wordt verwezen naar het verslag van den Gemeentelijken Dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon (bij lage 35, blz. 30). Aan het eind van het jaar 1939 waren 7 vereenigingen met Voorzienings- 198 te ’s-Gravenhage gevestigde leden toegetreden tot het Voor- zieningsfonds voor Kunstenaars, welk fonds niet valt onder het Werkloosheidsbesluit 1917. In 1939 werd door de Gemeente weder een subsidie van 100 pCt. toegekend op door de vereenigingen aan het Fonds voor alhier woonachtige leden verschuldigde bijdragen. Het Gemeen telijk subsidie over 1939 bedroeg f 1.991,43. Het Rijk droeg even veel bij. Aan te ’s-Gravenhage woonachtige leden werd in 1939 een bedrag van f 5.901,25 aan uitkeeringen verstrekt. In zijn vergadering van 20 November 1939 vereenigde de Subsidieering Raad zich met het voorstel van Burgemeester en Wethouders (Verz. No. 541) tot medewerking aan door den Minister van Sociale Zaken goedgekeurde of nader goed te keuren particu liere wachtgeldregelingen, zulks met terugwerking tot 15 Octo ber 1939. Deze medewerking bestaat hierin, dat van hetgeen VERSLAG WERKLOOSHEIDSVERZEKERING ENZ.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1939 | | pagina 856