43
3
VERSLAG VAN CURATOREN DER GEMEENTELIJKE
LYCEA OVER HET SCHOOLJAAR 1938-1939.
Ons college onderging in het afgeloopen schooljaar geen
wijziging en was aan het eind van den cursus als volgt samen
gesteld: Mr. L. P. J. Michielsen, voorzitter, Ir. J. K. Tromp,
ondervoorzitter, mevr. M. van Buttingha Wichersvan Voorst
Vader, secretaresse, mej. Ds. W. S. Wiardi Beekman, Ir. L. J. A.
Bergansius, mevr. C. DuparcSimons, Mr. T. A. van Dijken en
Mr. B. C. Slotemaker.
Bij schrijven van 9 November 1938 vroeg de heer Th. A. Ver-
denius, wegens het bereiken van den 65-jarigen leeftijd, aan den
Gemeenteraad ontslag uit zijn betrekking van rector van het
lyceum aan het Stokroosplein met ingang van 1 September 1939.
Het ontslag is hem bij Raadsbesluit van 16 Januari 1939 op de
meest eervolle wijze verleend, met dankbetuiging voor de vele
en gewichtige diensten, door hem aan het openbaar middelbaar
en voorbereidend hooger onderwijs bewezen. Wij brengen hierbij
in herinnering, dat de heer Verdenius op 1 September 1925 werd
bekleed met het rectoraat van het Gemeentelijk Lyceum, welke
school een voortzetting was van de 4e Gemeentelijke h. b. s.
Tijdens zijn rectoraat heeft het lyceum, dat in 1925 17 klassen
telde met 368 leerlingen en 26 leeraren, zich uitgebreid tot een
school met 24 klassen, 494 leerlingen en 44 leeraren in 1939.
Wat het rectoraat van den heer Verdenius voor het lyceum
aan het Stokroosplein heeft beteekend, is moeilijk onder woorden
te brengen. Op de hoogte van elk onderdeel van het onderwijs,
dat op zijn school gegeven werd, vol toewijding voor het groote
gezin, dat docenten en leerlingen vormden, had hij volle en
warme belangstelling voor elke gebeurtenis in dezen kring en
niets, hoe gering ook, ontging aan zijn over allen en alles wakend
oog. Wij curatoren, die hem jarenlang in zijn werk gadesloegen,
zijn hem dankbaar voor het vele, dat hij gedurende al die jaren
voor de school heeft gedaan. Dat ook het Gemeentebestuur zijn
arbeid waardeerde, blijkt uit het feit, dat aan den heer Verdenius
bij zijn afscheid de groote gouden gedenkpenning der Gemeente
werd verleend.
Zeer heeft het ons verheugd, dat Dr. W. van der Wijk door den
Gemeenteraad op 15 Mei 1939, op onze voordracht, met ingang
van 1 September 1939 benoemd werd tot opvolger van den heer
Verdenius. Zijn erkende bekwaamheid en zijn ervaring op het
gebied van de leiding van een groote school zijn er ons borg
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.