43
23
Ten aanzien van de leerlingen der handelsavondscholen is
nog het volgende te vermelden.
Het aantal mannelijke leerlingen met een betrekking is bij
beide soorten van scholen naar verhouding voortdurend grooter
dan dat der vrouwelijke; alle percentages vertoonen t.o.v. 1938
een verbetering.
Gerekend naar den teldatum 15 September was de klasse- Aantal
bezetting voor alle richtingen en klassen te zamen gemiddeld leerlingen per
over de jaren 1935f39 (22,4) hooger dan gemiddeld over de jaren klasse.
1930/'34 (20,6); hetzelfde geldt voor de verschillende richtingen
van onderwijs.
De hoogste gemiddelden komen voor bij de handelsschool, nl.
onderscheidenlijk 22,2 en 25,2.
De klassebezetting in 1939 wijkt voor elke richting, met uit
zondering van de bijzondere gymnasia, en voor alle richtingen
te zamen slechts weinig af van het gemiddelde over de jaren
1935/’39.
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.
1) Zie noot 2 op bladz. 21.
V.
Totaal.
Gem. handelsavondscholen
BJjz. handelsavondscholen
1) Zie noot 2 op bladz. 21.
94,1
87,9
92,6
93,8
93,6
97,1
90,6
88,8
90,3
92,4
92,8
97,1
67,2
62,5
78,5
69,7
77,9
80,4
85,3
69,2
67,2
76,3
68,1
70.9
90,9
80.-
82,3
86.3
82,5
87.2
15 September
Gem. 1926/’3O
1931/’35
1936
1937
1938
1939
82,6
78,4
86,5
85.-
87,9
91,2
Openbare
gymnasia.
Bijzondere
gymnasia.
1931/’35
1936
1937
1938
1939
Openbare
h. b. s.
Bijzondere
h. b. s.
Gem. 1926/’3O
Bijzondere
handels
avond
scholen. 1)
J. M.
62.5 37,5
57,1 42,9
59.6 40,4
56.9 43,1
56,4 43,6
61.9 38,1
Openbare
handels-
(dag)school
(■scholen).
J. M.
69,9 30,1
71.7 28,3
73,- 27,-
73,- 27,-
72,4 27,6
72,- 28,-
J. M.
54,5 45,5
55,3 44,7
57,8 42,2
58,5 41,5
57,5 42,5
57,3 42,7
J. M.
88,1 11,9
86.8 13,2
85,5 14,5
83.9 16,1
84.9 15,1
85,7 14,3
J. M.
62.3 37,7
65.8 34,2
64.9 35,1
64.3 35,7
66,- 34,-
65,8 34,2
J. M.
70.1 29,9
66.1 33,9
64.2 35,8
64.1 35,9
63,7 36,3
65.2 34,8
Aantal jongens en meisjes in pCt. van het totaal aantal leerlingen.
Gem.
handels
avond
scholen. 1)
J. M.
66.1 33,9
60,7 39,3
68,- 32,-
67,- 33,-
67,- 33,-
64,5 35,5
1 October. I)
Gem. 1926/’30
1931/’35
1936
1937
1938
1939
Aantal leerlingen met een betrekking in pCt.
van het totaal aantal.
M.