34 43 onderwijs. b. daarvan naar In verband met de ook belangrijke percentages der vertrok- gelijkwaardige kenen bij het dagonderwijs zij opgemerkt, dat een voornaam deel inrichting van der leerlingen de eene inrichting van onderwijs verlaat, om onderwijs. naar een andere, gelijkwaardige over te gaan. Ten aanzien van de inrichtingen van openbaar tegenover die van bijzonder onderwijs kan, voor zoover gegevens zijn verstrekt, het volgende overzicht worden gegeven. c. daarvan met onvoldoende vorderingen. De percentages vertoonen voor 1939 een vrij belangrijke daling; gerekend voor de jongens en meisjes te zamen ging thans nog ongeveer Vs der leerlingen, die de school verlieten, naar een andere, gelijk waardige inrichting over. Zonder uitzondering zijn voor alle jaren de percentages, zoo wel bij het openbaar als bij het bijzonder onderwijs, voor de jongens niet onbelangrijk hooger dan voor de meisjes. Door een wijziging in de onderscheiding van de redenen van het verlaten der school is sinds 1932 de vraag naar de oorzaak van het vertrek van een leerling eenvormiger beantwoord dan in daaraan voorafgaande jaren. Daarom moet vergelijking van de cijfers voor 1932 en volgende jaren met de gemiddelden over de voorafgaande vijf jaren in den volgenden staat met eenig voorbehoud geschieden. VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS. Meisjes. Meisjes. Jongens. Openbaar onderwijs. Bijzonder onder w ij s. 196 VOOT 1937 1938 1939 298 278 324 263 250 243 193 228 121 147 118 120 113 73 83 112 124 118 19 28 42 39 34 37,2 32,7 37,6 44,6 36,4 32,9 35,3 39,5 44,4 38,4 Gem. 1926/’27 t./m. 1929/’3O en 1931 66 106 140 135 157 24,7 30,3 37,4 37,8 25,- 65 77 91 73 57 28,8 26,5 30,- 28.9 21,7 368 Gem. 1932 t./m. 1936 379 299 270 294 1931 Gem. 1932 t./m. 1936 250 1937 1938 1939 Absoluut. Jongens. Meisjes. Aantal leerlingen, dat de school verliet. Hiervan gingen naar een andere, gelijkwaardig» inrichting van onderwas. In pCt. Jongens.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1939 | | pagina 955