39
43
naar het aantal
lesuren.
Bestemming der
geslaagden
voor het eind
examen.
van over 1937/’38 een zeer sterke daling viel waar te nemen,
handhaafde zich op dat relatief lage peil.
Ten aanzien van de geslaagden, gerekend voor alle vakken
te zamen, gemiddeld over de jaren 1931/’32 t./m. 1935/’36, kon
worden vastgesteld, dat zoowel voor de mannelijke als voor de
vrouwelijke cursisten van de Gemeentelijke en de bijzondere
scholen de verhoudingscijfers hooger zijn dan gemiddeld over
de jaren 1926f27 t./m. 1930/’31; vooral bij de Gemeentelijke scho
len zijn de verschillen belangrijk.
Ten aanzien van deze cijfers dient te worden opgemerkt, dat
tot en met 1929/1930 in de aantallen van de openbare hoogere
burgerscholen begrepen zijn die voor de gymnasiale afdeeling
van het Gemeentelijk Lyceum en in de aantallen van de bijzon
dere hoogere burgerscholen die van het R.-K. Lyceum voor
meisjes alsmede, voor zoover opgaven werden verstrekt, die van
het Nederlandsch Lyceum.
Bij de gymnasia blijft ook voor 1938/1939 de aandacht trekken,
dat het deel der geslaagden, dat naar een universiteit of hooge
school ging, belangrijk beneden het gemiddelde over de jaren
1931/1935 blijft. Bij de openbare handelssehool is het deel der leer
lingen, dat handels-, kantoor- of winkelbediende werd, voor
1938/'39 zeer sterk verminderd, bij de openbare gymnasia belang
rijk toegenomen.
Ook ditmaal zijn de gegevens omtrent het aantal leerkrach- Leerkrachten
ten, verdeeld naar het aantal lesuren per week (staat IX), nader
uitgewerkt door rekening te houden met de omstandigheid,
dat verscheidene leerkrachten aan meer dan één school verbon-
VERSLAG VOORTGEZET ONDERWIJS.
(Staat VIII.)
1936/’37.11937/’38.
1938/’39.
78,3
63,8
81
95,8
64,5
0,7
Geen opgaven over 1926/"27 en 1927/'28; voor 1933;’34 percentages zonder no. II.
1926/’27 t./m.
19301’31.
penb. gymnasia
ijz. gymnasia
penbare h.b.s.2)
ijzondere h.b.s..
penb.handels(dag)
sehool(-scholen)
1,9
0,5
15,4 (44,7)
21,-
16,9
8,2
36,1
27,2
59.3
55,-
31,1
35,7
8,6
12,4
24,6
25,5
5,9
9,7
33,1
25,1
6,4
6,2
27,-
27,5
65,9
54.-
22,6
34,3
19.36/’37. 1937/*38. 1938/’39.
58,4
54,5
21,2
27,2
universiteit of hoogeschool.
ÏÏ931/’32~
t./m.
1935/’36.
75,4
I 70,6
I 29,8
30,7
Aantal geslaagden voor het eindexamen, in pCt. van het
totaal aantal, met bestemming
handels-, kantoor- of
winkelbediende.
1931/’32
t./m.
1935/’36.
1926/’27 t./m.
1930/’31.
67.3
83,-
43,8 (13,6)
43,6
2) Tusscben haakjes de percentages voor no. Vil gedurende het bestaan van de handelsschoolafdeeling.