46
I
[1
2
Volontairs.
Publicaties.
het dupliceeren van den
Bibliotheek.
Tentoonstel
lingen.
a
1
Beschrtjvings-
werkzaamheden. besehrijvenden inventaris, terwijl de nieuwe aanwinsten terstond
op de daarvoor vastgestelde wijze in duplo worden ingeschreven.
Het bezoek aan de Bibliotheek laat niets te wenschen over.
Vooral het gebruik van de studiegelegenheid op het gebied der
muziekgeschiedenis neemt geregeld toe. Voor het reproduceeren
van handschriften of zeldzame werken werd meer dan eens onze
hulp ingeroepen. Wij konden ook dit jaar ondanks onze be
scheiden middelen weder tot de vermindering van de bestaande
lacunes bijdragen.
In de groote zalenreeks werd de Mauve Tentoonstelling voort
gezet tot einde Januari; half Mei werd een groote Heemkunde-
tentoonstelling geopend onder den titel „Waar Wonen Wij1?”;
half Augustus kwam de Herdenkingstentoonstelling Matthijs
Maris (1839 geb.), 7 October gevolgd door „Het Nederlandsch
Portret sedert 1800”, uit ons eigen bezit. Op 2 December begon:
„Drinkgerei uit vele Eeuwen”.
Kleinere tentoonstellingen waren: Overzicht der Technieken
in dienst der Grafische Kunst; de uitgave van de Heylighe
Euangelia met houtgravuren van Theo Giessen; Fransehe Cari-
catuur 18301835 (Daumier vooral)Ontwerpen van de verschil
lende Haagsche architecten voor het Haagsche Raadhuis;
24 aquarellen uit de Haagsche School (aanwinsten) en in
November ten slotte: Fototentoonstelling het Kleinbeeld.
Door ons werden inzendingen gedaan voor de navolgende
tentoonstellingen elders: Rotterdamsche Kunstkring in Maart
en in Mei; Nederlandsche kunst: „Het Water”, te Luik; „Klin
kenberg”, in de Lakenhal te Leiden; „Rondom Rodin”, te Amster
dam; „'Willink”, in Museum Boymans te Rotterdam; „Hollan
ders in Oost-Azië”, in het Scheepvaart-Museum te Amsterdam
en „De Oude Kerk”, in het Historisch Museum de Waag te
Amsterdam.
Ook dit jaar kan ik weder met erkentelijkheid gewag maken
van den volontairen arbeid van enkelen. Gelijk in vorige jaren
bleef Mej. D. M. E. Hooykaas ons ter zijde staan evenals, speciaal
in de Muziek-historische afdeeling, de heer W. J. Soesman.
Voorts kwamen bij de afdeeling voor Oude Kunstnijverheid Mej.
J. Gallois, bij de Muziek-historische afdeeling Mej. E. v. d. Steen
hoven en Mej. W. L. W. E. Mulder.
Van onze „Mededeelingen” verscheen een jaargang 1939,
waarin door verschillende leden van den museumstaf bijdragen
werden geleverd over voor onze verzamelingen belangrijke
onderwerpen.
Er wordt thans druk gearbeid aan
VERSLAG DIENST VOOR KUNSTEN EN WETENSCHAPPEN.