9
12
4. Inkomstenbelasting.
Aantal aangeslagenen en bedrag der inkomens.
B. Belasting in hoofdsom en de daarop geheven opcenten.
2)
2)
2)
2)
5)
5)
5)
VERSLAG GEMEENTEBELASTINGEN.
A.
Belastbaar
bedrag.
f
Opcenten.
Hoofdsom
en
Aantal.
Bedrag.
opcenten.
f
f
f
n
n
Dienst
jaren. 4)
Belasting
jaren.
•n
n
Aantal
aange
slagenen. 1)1
Aantal
aange
slagenen.
r
Tl
Hoofdsom met I
inbegrip der I
navorderingen
en
verhoogi n gen.
1934/35
1935/36
1936/37
1937/38
1938/39
1) Zonder navorderingen en verhoogingen.
2) Deze gegevens worden niet meer verstrekt.
Hoofdsom zonder navor
deringen of verhoogingen.
6.476.746
6.009.758
5.581.542
6.221.407
7.869.445
121 042
113 246
106 856
106 141
108 631
Natuurlijke personen binnen het Rijk
wonende.
Niet binnen het
Rijk wonende
of gevestigde
belasting
plichtigen.
f 310.437.683
288.765.492
272.454.689
276.516.127
293.579.107
f 2.180.807
5.060.353
4.819.216
5.474.499
7.768.190
1934/35
1935/36
1936/37
1937/38
1938/39
1 112
b
2i
2
3.982.518
f 2.565
2.550
2.550
2.605
2.703
Natuurlijke
personen
binnen
het Rijk
wonende.
Niet binnen het Kpk
wonende of gevestigde
belastingplichtigen.
Gemiddeld
i inkomen
per
aange-
20 opcenten ten behoeve van de algemeene middelen en 13 voor de Provincie.
60—78 opcenten ten behoeve van de algemeene middelen, 18 voor de Provincie en 10 voor
33
2)
2'
2)
115.173
6.668.599
6.124.743
5.752.246
6.324.475
7.958.436
f 8.849.406
11.185.096
10.571.462
11.798.974
15.726.626
het werkloosheidssubsidiefonds.
Alsvoren, onderscheidenlijk 70 —88, 13 en 10.
De cijfers hebben betrekking op het boekingstijdvak, dat afgesloten wordt 18 maanden na
den aanvang van het belastingjaar.
Dit gegevenwordt niet meer verstrekt.
Bedrag der
I vastgestelde i
jzuivere inkomens
vóór den i
kinderaftrek. 1) slagene. 1)