11 Het besluit van 11 November 1940 van de Secretarissen- Generaal van de Departementen van Sociale Zaken en van Landbouw en Visscherij inzake melk houdt in, dat aan con sumenten slechts mag worden afgeleverd een gedeeltelijk afge roomde melk van bij nadere beschikking aan te geven vet gehalte. Bepaald is, dat dit gehalte moet liggen tusschen 2,4 en 2,6 Voorts is in dit besluit nog bepaald, dat alleen die bedrijven, welke daarvoor van den directeur van den betrokken Keurings dienst vergunning hebben verkregen, de „volle” melk tot dit gehalte mogen terugbrengen (standaardiseeren). Wij hebben de aandacht van de bevoegde autoriteiten ge vestigd op enkele gebreken in de redactie van het besluit, welke voor de practische toepassing ervan ernstig bezwaar opleveren. In het keuringsgebied ’s-Gravenhage is aan 30 bedrijven, welke aan de voor dit doel te stellen eischen voldeden, ver gunning om melk op het vereischte vetgehalte te mogen „stan daardiseeren” uitgereikt en wel 16 te ’s-Gravenhage, 1 te Wassenaar, 3 te Delft, 2 te Gouda, 1 te Reeuwijk, 1 te Naald wijk, 1 te Óudew’ater, 1 te Rijswijk, 2 te Zoetermeer, 1 te Maas sluis en 1 te Voorburg. Niet alle echter hebben van deze vergunning gebruik kun nen maken, omdat hun door de Algemeene Vereeniging voor Melkvoorziening (A. V. M.) geen melk werd toegewezen. Op dit terrein herhaalt zich, wat zich ook bij de toepassing van art. 29 van het Melkbesluit voordoet en waarop in het vorige jaar verslag reeds werd gewezen, dat op grond van twee wetten, te weten de Warenwet en de Landbouwcrisiswet, maatregelen worden genomen, welke tegen elkaar indruischen. Vergunningen, op grond van het bovenbedoelde Standaardi- satiebesluit uitgereikt, worden waardeloos ten gevolge van be slissingen van het bestuur van een particuliere organisatie van bedrijven, welke haar bevoegdheid aan de Landbouwcrisiswet ontleent. Een dergelijke toestand is onhoudbaar en schadelijk voor het gezag van den Keuringsdienst. De Melkverordening van de gemeente ’s-Gravenhage vond slechts enkele malen toepassing, aangezien een beslissing van den Hoogen Raad moest worden afgewacht omtrent de vraag of zij al dan niet verbindend is, nu het Koninklijk Besluit, waarbij aan het gemeentebestuur van ’s-Gravenhage vergun ning is verleend eischen aan melk te stellen, niet in het Staats blad of de Staatscourant is afgedrukt. Bij arrest van 4 No vember 1940 werd in gunstigen zin beslist, zoodat de verorde ning van toen af weder kon worden toegepast. Evenwel werd 4 VERSLAG VAN DEN KEURINGSDIENST VAN WAREN.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1940 | | pagina 134