14 4 a. Badhuizen. Bezoek aan de inrichtingen. breiden, doch deze hadden aan het einde van het verslagjaar nog geen vasten vorm aangenomen. Zwemles werd gegeven aan 1489 personen, waarvan de leef tijd wisselde van 7 tot 56 jaar. Van hen verwierven er voor ge woon zwemmen 581 en voor gekleed zwemmen 157 een diploma. Voorts werden, behalve het gewone sinds jaren bestaande sehoolzwemonderricht, dit jaar voor het eerst aan daartoe door den Gemeentelijken Geneeskundigen en Gezondheidsdienst aan te wijzen kinderen zgn. orthopaedische zwemlessen gegeven. Hiervoor komen in aanmerking lichamelijk niet geheel normale, „uit hun kracht gegroeide” kinderen, wier rugspieren niet sterk genoeg zijn om het lichaam een flinke, rechte houding te geven. Aan deze lessen namen 23 jongens en 24 meisjes met goed ge volg deel. Ook dit jaar mocht de inrichting zich weer in de belang stelling van verschillende zwemvereenigingen verheugen. Met uitzondering van het damesbad op Donderdagavond, waren de beide bassins iederen avond aan een of meer vereenigingen ver huurd. De Donderdagavond werd ook thans weer bestemd tot gemengd zwemmen. De op blz. 6 en 7 opgenomen staat geeft een overzicht van het aantal in 1940 in de verschillende bad- en zweminrichtingen verstrekte baden. Het bezoek aan de inrichtingen geeft aanleiding het vol gende op te merken. Ondanks de heftige gebeurtenissen, welke in het afgeloopen jaar plaats vonden en de moeilijkheden, welke de verduiste- ringsmaatregelen zoowel voor de inrichtingen als voor het publiek opleverden, bleef het bezoek zich in stijgende lijn be wegen. Voor een belangrijk deel is dit te danken aan de be talende bezoekers, wier aantal met rond 51000 toenam. Met inbegrip van 82 000 aan militairen in groepsverband ver strekte baden, bedroeg het totaal aantal kuip-, stort- en school- baden ruim één millioen, een totaal, dat sedert het bestaan der Stichting nog niet in een jaar was bereikt. Bijzondere vermelding verdient, dat het aantal schoolbaden in klasseverband bleef terugloopen en wel thans met ruim 19 000. Eenerzijds moet dit worden toegeschreven aan militaire bezet ting van scholen, anderzijds aan de afnemende belangstelling voor deze soort baden. De actie voor bevordering van het schoolbaden, waarvoor ook een der plaatselijke bladen een uitvoerig en warm gesteld pleidooi heeft gehouden, kan er toe bijdragen, dat aan dit baden meer belangstelling wordt geschonken. VERSLAG VAN DE STICHTING „CENTRAAL BADBEHEER”.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1940 | | pagina 177