16
Mechanische
tractie.
Als gevolg van den oorlogstoestand ondervond het vuilver-
voer naar Drente tijdelijk stagnatie en moest gedurende het
tijdvak 10 Mei tot 3 Juli de reserve-vuilnisbergplaats aan den
Fruitweg in gebruik worden genomen. Totaal werd 12 204 ton
vuil gestort, welke hoeveelheid, na herstel van den vuilafvoer
naar Drente op 1 Juli, geleidelijk weer kon worden vervoerd.
Op 21 Augustus was de reserve-vuilnisbergplaats ontruimd.
Op een mede wegens de stagnatie in den vuilafvoer in ge
bruik genomen stortplaats, gelegen in de Westduinen nabij de
Duivelandschestraat, werd 2 215 ton vuil gestort, afkomstig uit
de Scheveningsche secties. De aan den tijdelijken opslag verbon
den kosten ten bedrage van f 19.400,— werden door de V.A.M.
gedragen.
Voorzieningen werden getroffen om bij luchtaanvallen tijdig
te kunnen optreden. Hiertoe behooren o.m. het instellen van
waakdiensten, door chauffeurs des nachts te verrichten, aan de
verschillende depóts.
Op den Dienst, als aangewezen centraal punt voor het vorde
ren van auto’s, werd in den loop van het jaar door andere Ge
meentediensten veelvuldig een beroep gedaan. De daarbij van
particuliere ondernemingen noodige medewerking werd in het
algemeen vlot verleend.
Aan het verzoek van het Hoofd van den Luchtbeschermings
dienst om zooveel mogelijk gebouwen voor huisvesting van zijn
personeel beschikbaar te stellen, werd, voor zoover het dienst
belang het toeliet, tegemoet gekomen. Behalve aan het Hoofd
bureau is thans ook aan het Centraal Depót, het Depót Oost en
enkele posthuizen personeel van den Luchtbeschermingsdienst
ondergebracht.
Onmiddellijk na het bombardement van Rotterdam werd door
de gemeente ’s-Gravenhage hulp verleend. De leiding van de
technische hulp in den ruimsten zin van het woord werd door
het Gemeentebestuur aan ondergeteekende opgedragen. Van de
omvangrijke werkzaamheden werd in December van dit jaar een
uitvoerig rapport bij het Gemeentebestuur ingezonden, hetwelk
nadien in de pers werd gepubliceerd.
De moeilijkheden, bij de aanschaffing van materialen onder
vonden, konden in het afgeloopen jaar vrijwel worden over
wonnen. Dit bleek in het laatst van het jaar echter niet steeds
meer mogelijk.
Op het eind van dit jaar waren aanwezig: 28 benzine-
electrische roltrommel-huisvuil auto’s, 25 roltrommelauto’s ge
dreven door benzine-motor, 5 roltrommelauto’s gedreven door
dieselmotor, 5 motor-sproeiwagens, 4 motor-veegmachines, 7 zelf-
4
VERSLAG GEMEENTELIJKE REINIGINGSDIENST.
