31 dadigheid, 574 vermogensdelicten, 68 zedendelicten, 10 mishan delingen of verzet en 477 andere misdragingen, zooals school verzuim, dobbelen, dronkenschap, zwerven, bedelen e.d.; in deze laatste gevallen werd geen proces-verbaal opgemaakt en werd de Voogdijraad niet in de zaak gemengd) en 250 gevallen van kinderverwaarloozing. Voorts werd 128 maal op een of andere wijze bemiddeling verleend, terwijl 3 734 maal aan particulieren of autoriteiten advies of inlichtingen werden verstrekt. Bovendien werden 1079 onderzoekingen ingesteld op verzoek van voogdijraden of andere autoriteiten, voor een deel verwaar- loozing of misdragingen van kinderen betreffende. In verband met de Verordening op het oprichten en het hebben van kinderbewaarplaatsen en het opnemen van pleeg kinderen werden door de Kinderpolitie o.m. 1248 controle bezoeken gebracht en 5 processen-verbaal opgemaakt. Drie ge zinnen werden door Burgemeester en Wethouders ongeschikt verklaard tot het hebben van pleegkinderen. Opgemaakt werden 5 processen-verbaal terzake onder de Kinderpolitie ressorteerende misdrijven, t.w. 1 terzake art. 281 (schaking), 1 terzake art. 279 W. v. S. (onttrekken van een min derjarige aan het wettig gezag), 1 terzake art. 255,1 terzake art. 256 en 1 terzake art. 255 c.q. art. 256 W. v. S. (verlaten van kin deren, in alle gevallen door den vader of door de moeder). De inzake verstrekking van nachtverblijf met het „Tehuis Nachtverblijf, voor Onbehuisden” getroffen regeling gaf niet tot klachten of moeilijkheden aanleiding. De parkeerregeling voor automobielen bracht in 1940 aan Parkeer regeling baten f 7.736,68 op, waartegenover aan kosten stond een bedrag automobielen, van f 441,66 (kosten van plaatsen en onderhoud van parkeer- borden door Gemeentewerken zijn hierin niet begrepen). De op brengst daalde door de beperking van het benzinegebruik. De regeling van de bewaking van rijwielen gaf een bate van Bewaking f 14.268,85, tegenover kosten ten bedrage van 1.523,67. Een aan- rijwielen, tal werkloozen werd als rjjwielbewaker (74) en autobewaker (35) te werk gesteld. Op 31 December 1940 stonden bij de Politie ingeschreven 35 Stationneerende stationneerende rijtuigen, 174 stationneerende automobielen en voertuigen. 433 huurauto’s. Wegens de benzineschaarschte werd door de Rijksverkeersinspectie slechts een gering aantal benzinevergun- ningen verstrekt, zoodat het aantal in exploitatie zijnde taxi’s en huurauto’s tot een minimum werd beperkt. Het aantal inspecties door de Politie ter controle van de Toezicht op blos- richtige naleving der bepalingen, voortvloeiende uit de Bios- coop-en tooneel- coopwet, en van die betreffende tooneelvoorstellingen bedroeg voorstellingen, te zamen 251. Overtreding der bepalingen werd geen enkele maal vastgesteld.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1940 | | pagina 32