Bijlage 23
III. GEBOUWEN c.a. TEN BEHOEVE VAN HET BEDRIJF.
Aan de gebouwen van het Bedrijf werden de gewone onder
houdswerken uitgevoerd; bijzondere voorzieningen werden niet
getroffen.
II. PERSONEEL.
Het corps ambtenaren bestond op 31 December 1940 uit Ambtenaren.
1 (1) Directeur, 137 (139) technische en 86 (85) administratieve
ambtenaren, totaal 224 (225) ambtenaren, waarvan 206 (195) in
vasten en 18 (30) in tijdelijken dienst.
Het totaal aantal werklieden bedroeg op 31 December 1940 Werklieden.
748 (680).
Dit aantal omvat 498 (483) in vasten dienst, 239 (185) in tijde
lijken en in lossen dienst en 11 (12) reservisten.
In het totaal is begrepen het personeel van den schoonmaak
dienst, bestaande uit 160 (158) personen en wel 113 (114) mannen
en 47 (44) vrouwen, waarvan 100 (100) in vasten dienst, 58 (54) in
tijdelijken dienst en lossen dienst en 2 (4) reservisten.
VERSLAG van het Bedrijf der Gemeentewerken van
’s-Gravenhage over het jaar 1940.
I. BEHEER.
Het Bedrijf der Gemeentewerken werd beheerd door Burge
meester en Wethouders, bijgestaan door een Raadscommissie,
samengesteld uit de heeren Jhr. Mr. J. M. M. van Asch van
Wijck, Dr. Ir. H. G. van Beusekom, J. J. van Langen, Ir. J. Lely,
Mr. Tj. Mobach en F. N. V. Quant, terwijl de Wethouder voor
de Financiën, Openbare werken enz., Ir. L. J. M. Feber, als voor
zitter optrad.
In de Raadsvergadering van 2 September 1940 werden boven
genoemde leden allen herbenoemd.
1) De tusschen haakjes geplaatste cijfers hebben, betrekking op den
toestand op 31 December 1939.