BJjlage 31
VERSLAG van de Gemeentelijke Hypotheekbank, het
Noodhypotheken fonds en het Rijkshypothekenfonds
van 's-Gravenhage over 19i0.
Ten gevolge van den in September 1939 uitgebroken Euro- Algemecne
peeschen oorlog, die in de maand Mei van het verslagjaar naar beschouwingen,
ons land oversloeg, ging er bij de drie hypotheekinstellingen
in het eerste halfjaar van 1940 slechts weinig om. Toen na
1 Juli het economische leven zich, voor zoover dit in de ge
geven omstandigheden mogelijk was, herstelde, werd ook de
handel in onroerende goederen levendiger. Vele ten behoeve
van de Gemeente verbonden panden werden verkocht en de
daarop rustende hypotheken af gelost.
Ten einde mogelijke verliezen te beperken en met het oog
op in de toekomst te verwachten prijsstijgingen van onroerende
goederen, werd executie van onderpanden zooveel mogelijk
voorkomen of uitgesteld. Ter tegemoetkoming in de financieele
moeilijkheden van geldnemers werd in verschillende gevallen
opschorting van aflossing en/of renteverlaging toegestaan.
Behalve in deze gevallen was de betaling van rente en
aflossing alleszins bevredigend. Ook in dit verslagjaar betaal
den vele geldnemers reeds vóór den vervaldag.
De Gemeentelijke Hypotheekbank verstrekte behoudens
enkele uitzonderingsgevallen geen nieuwe hypotheken. Zoo
wel het Noodhypothekenfonds als het Rijkshypothekenfonds
verkeeren sedert eenige jaren in liquidatie. De werking van
de drie hypotheekinstellingen bleef daardoor vrijwel geheel
beperkt tot overneming en voortzetting van reeds bestaande
leeningen.
De totale omzet wegens nieuwe leeningen, overnemingen en
voortzettingen bedroeg rond f 2.405.000,verdeeld over 112
posten (v. j. f 2.160.400,over 154 posten). De aflossingen be
droegen in totaal f 1.804.100,— (v. j. f 1.755.100,—), waarin be
grepen de algeheele aflossing van 85 leeningen. te zamen be
dragende f 1.258.600,—. Het totaal der 706 (v. j. 767) uitstaande
hypotheken beliep op 31 December rond f 15.380.300,(v. j.
f 16.920.700,dit is f 1.540.500,minder dan het vorige jaar.