Bijlage 32 VERSLAG van de Gemeentelijke Leen- en Voorschot bank van ’s-Gravenhage over het jaar 1940. stelling der Bank. met Haagseh Crisis Comité. 1. BEHEER EN REGELINGEN. De Gemeentelijke Leen- en Voorschotbank werd beheerd door Beheer. Burgemeester en Wethouders, bijgestaan door een Raadscom missie, bestaande uit de heeren Th. M. Dresmé, Dr. F. L. van Muiswinkel, H. Neuteboom en J. R. Snoeck Henkemans, terwijl de heer Mr. Dr. S. de Vries Czn., Wethouder voor de Gemeente bedrijven, als voorzitter optrad. Het secretariaat bleef opgedragen aan den heer Mr. Dr. J. H. Labberton, Referendaris, Chef van de Afdeeling Gemeente bedrijven der Secretarie. In de samenstelling van de Commissie van Advies, bedoeld Commissie van in art. 22 bis van het Bankreglement is in het verslagjaar geen Advies, bedoeld wijziging gekomen. ar^ 22 bis van het Bank reglement. Bij Raadsbesluit van 14 October 1940 (Bijl. 341) zijn in het Bankreglement Bankreglement (Verz. no. 108 van 1918) eenige wijzigingen aan gebracht. Dit besluit is door Gedeputeerde Staten van Zuid- Holland goedgekeurd (B. no. 2729/22, 2e Afd. G.S. no. 199/1). Bij Raadsbesluit van 14 October 1940 is bepaald, dat de Overeenkomst Gemeente van 1 Januari 1941 af voor haar rekening neemt 50 van het te lijden verlies, verbonden aan het verleenen van credieten aan den kleinen middenstand door de Bank, onder borgstelling van het Haagseh Crisis Comité, onder voorwaarde, dat vanwege de Gemeente toezicht op deze credietverleening en de afwikkeling daarvan zal plaats vinden, in dien zin, dat de Directeur der Bank namens de Gemeente als lid zitting zal nemen in de Middenstandscredietcommissie van het H.C.C. Bij besluit van Burgemeester en Wethouders zijn, ten gevolge Uren jan open van de verduisteringsvoorschriften, de kantoren der Bank Westeinde 42 des Dinsdags- en Vrijdagsavonds niet meer ge opend. In plaats hiervan zijn die kantoren van 16 November 1940 af ook des Zaterdags tot 16 uur geopend.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1940 | | pagina 480