c.
6. AFLOSSINGEN.
Afgelost werden:
op pensioenen.
A. Leeningen op
onderpand.
Het totaal-generaal der uitgeleende gelden bedroeg Totalen A, B en
f 1.995,418,55 tegen f 2.078.424,90 in 1939, alzoo een lager bedrag
van f 83.006,35.
De in deze paragraaf genoemde cijfers zijn nader gespecifi
ceerd in staat 1.
Staat 4 geeft een overzicht van de aantallen onder borg
stelling verleende credieten, gerangschikt naar de beroepen en
bedrijven.
Het aantal weekbeleeningen (beleeningen met een duur van
ten hoogste 7 dagen) bedroeg 19 925, of 18 van het totaal
aantal geloste panden. De beleeningssom van deze weekpanden
bedroeg in totaal f 117.807,25, of ruim 8 van de totaal afge
loste beleensommen. Vorengenoemde percentages zijn iets lager
dan in 1939.
In totaal werden 1293 voorschotten op pensioenen af gelost, B. Voorschotten
tot een totaal bedrag van f 292.547,81.
In 1939 bedroegen deze cijfers onderscheidenlijk 1210 en
f 257.340,40, alzoo een verschil van 83 voorschotten tot een bedrag
van f 35.207,41.
In totaal is af gelost van andere geldleeningen een bedrag C. Andere geld-
van f 413.668,30 tegen f 422.711,71 in 1939, alzoo een verschil leeningen.
van f 9.043,41.
Het aantal betalingen bedroeg in 1940 111016 tegen 110 577
in 1939.
Het totaal-generaal der af geloste gelden bedroeg f 2.052.284,61 Totalen A, B en
tegen f 2.012.759,36 in 1939, alzoo een hooger bedrag van O.
f 39.525,25.
De in deze paragraaf genoemde cijfers zijn nader gespecifi
ceerd in staat 1.
6 585
13.361,25
f
iā
n
VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE LEEN- EN VOORSCHOTBANK. 32
in 1940 minder
in 1940 meer
in 1940
in 1939
Bedrag.
f 1.346.068,50
1.332.707,25
Aantal leeningen
op onderpand.
108 316
2) 114 901
Inbegrepen 6 beleeningen tot een bedrag van f 690,ā met effecten
als onderpand.
2) Inbegrepen 9 beleeningen tot een bedrag van f 755,met effecten
als onderpand.