33 3 3. Organisatie, personeel, inrichting gebouw. 4. Commissie van Toezicht voor het Hotel-, Café- en Restau rantbedrijf. Leden-werkgevers: J. N. van Hanja (J. G. Meyer), G. M. Th. Gielisse (A. van Woerkom), G. Simons (P. de Ruyter). Leden-werknemersJ. G. Siemerink (J. F. van Bijsterveld), W. J. L. van der Bol (J. C. Esseveld), J. Snel (W. F. Dolleman). 5. Commissie van Toezicht voor Verplegenden. Leden-werkgevers: Dr. J. A. Molhuijsen, mej. C. P. Knotten belt, mej. F. Mepboom. Leden-werknemers: mej. D. W. Grondijs, mej. C. Veltman, mej. P. A. Dijkers. De Arbeidsbeurs (arbeidsbemiddeling) omvatte in het ver slagjaar de volgende afdeelingen: 1. Bouwbedrijf en Houtbe werking; 2. Metaalbewerking; 3. Handels- en Kantoorpersoneel; 4. Hotel-, Café- en Restaurantbedrijf; 5. Algemeene Bedrijven, voor ongeschoolden en voor beroepen, welke bij de andere af deelingen niet zijn onder te brengen; 6. Vrouwelijke beroepen; 7. Jeugdbemiddeling; 8. Bijzondere Bemiddeling; 9. Verplegen- den; 10. Administratie. Wegens de sterk toegenomen bemiddeling van arbeids krachten naar Duitschland werd in den loop van het jaar boven dien een afzonderlijke afdeeling „Migratie” ingesteld. Bij Raadsbesluit van 30 October 1939 werd den heer J. Boezer op de meest eervolle wijze ontslag verleend uit zijn functie van directeur, met ingang van 1 Januari 1940. Aangezien het niet mogelijk was vóór dezen datum in de hierdoor ontstane vacature te voorzien, werd hij bereid ge vonden zich tot 1 Mei 1940 met de leiding der Arbeidsbeurs te blijven belasten. In genoemde Raadsvergadering werd den heer Boezer, die sedert 1 Januari 1925 als directeur was opgetreden, dank gebracht voor de vele en belangrijke diensten aan de gemeente ’s-Gravenhage bewezen. Krachtens Raadsbesluit van 19 Februari 1940 werd de heer Boezer opgevolgd door den heer C. J. Bakker, waarnemend directeur van de Gemeentelijke Arbeidsbeurs te Rotterdam. Het personeel bestond op 31 December 1940 uit 37 ambtenaren in vasten en 54 ambtenaren in tijdelijken dienst, 1 crisis ambtenaar, 8 gedetacheerde ambtenaren, 8 jongmaatjes-ambte- naar en 1 ambtenaar op arbeidsovereenkomst, benevens 1 loop- en kantoorknecht in vasten en 3 loop- en kantoorknechts in tijdelijken dienst. De groote uitbreiding der werkzaamheden veroorzaakte een ruimtegebrek, waarvoor een gedeeltelijke oplossing werd ge- VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1940 | | pagina 497