33 6 IV. ARBEIDSBEMIDDELING IN DE GEMEENTE. Van de vakvereenigingen werd in 1940 bericht ontvangen omtrent het uitbreken van 1 staking, nl. in het stucadoorsbedrijf. Elf keer kwam bericht in omtrent wijziging, verlenging of invoering van een collectieve arbeidsovereenkomst, nl. van: 1 voor het bakkersbedrijf, 1 voor het bouwbedrijf, 1 voor het burgersmedenbedrijf, 1 voor het electro-technisch bedrijf, 1 voor het glazenwasschersbedrijf, 1 voor het kleedingbedrijf, 1 voor het lithografisch bedrijf, 1 voor het meubileeringsbedrijf, 1 voor het stalen-ramenbedrijf, 1 voor het tuinbouwbedrijf, 1 voor het typografie- en rasterdiepdrukbedrijf. In 1940 bleven de loonen in de bedrijven, behoudens toeken ning van een tijdelijken duurtebijslag, vrijwel gelijk. De reeds eenige jaren geconstateerde daling van de loonen van oudere krachten in administratieve betrekkingen zette zich niet voort, voornamelijk als gevolg van de werking der Verordening No. 111 d.d. 27 Augustus 1940 van den Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandsehe gebied. Ook de neiging tot vervanging van be hoorlijk gesalarieerd personeel door jongere, goedkoopere krachten, openbaarde zich niet meer in die mate, als voorheen het geval was. Het bemiddelingscijfer van de Arbeidsbeurs is in 1940 belang rijk gestegen; het aantal plaatsingen liep op van 32140 in 1939 tot 38 310 in 1940, een vermeerdering dus van 6170. Deze stij ging ontstond door de meerdere plaatsingen in de eerste helft van de maand Mei en in de maanden Juli t./m. October 1940; in laatstgenoemde maanden werden vele arbeiders in Duitsch- land geplaatst. Het totaal der in 1940 in Duitschland geplaatste arbeiders bedraagt 5 580 (w.v. 5 347 mannen van 18 jaar en ouder, 47 mannen beneden 18 jaar, 182 vrouwen van 18 jaar en ouder en 4 vrouwen beneden 18 jaar). In hoofdzaak werden deze arbeiders geplaatst door de afdeeling Bouwbedrijf, de afdeeling Metaalbedrijf en de afdeeling Algemeene bedrijven, nl. resp. 1 228, 779 en 3 092. Het aantal aanvragen liep vrij sterk terug, nl. van 44 429 in 1939 tot 42 557 in 1940, waarbij moet worden opgemerkt, dat de aanvragen om arbeiders voor tewerkstelling in het buitenland niet in de statistiek worden verwerkt. 2. Arbeids conflicten. 3. Collectieve contracten. VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS. J i) In dit cijfer zijn begrepen 1649 losse werklieden, als sneeuwtrekkers (1047), baanvegers (38), sneeuwruimers op Ypenburg (149), bij de B.P.M. (40), bij de Gasfabriek (25), voor het maken van schuilloopgraven 350. Allen geplaatst door afdeeling Algemeene Bedrijven. 4. Loon- standaard. 1. Algemeen overzicht.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1940 | | pagina 500