35 Over 1940 waren deze bedragen voor: weer het Totaal volge sociale wetgeving en pensioen. De oorzaak der stijging van het aantal en het bedrag der noodvoorzieningen ten opzichte van 1939, toen in 5 494 verstrek kingen f 45.987,30 werd uitgegeven, is in hoofdzaak gelegen in het feit, dat velen ten gevolge van den oorlog in het bijzonder gedurende de eerste maanden na den lOen Mei een beroep De stijging van het gemiddeld steunbedrag is grootst bij de groepen kooplieden en venters en werkloozen- Armenwet, dit voornamelijk ten gevolge van de tijdsomstandig heden. In vele gevallen, waarin de steun vroeger aanvulling op verdiensten was, moet deze thans in het geheele levensonder houd voorzien. Door de stijging van de kosten van het levens onderhoud kan in steeds mindere mate beneden den zgn. norm worden gesteund. Ook dit jaar verminderde het aantal gevallen, waarin door Meervoudige kerkelijke en particuliere instellingen mede werd gesteund, om- ondersteuning, dat deze zich in verband met haar geldmiddelen moesten terug trekken. In 1940 werden 1 083 partijen mede door kerkelijke en parti culiere instellingen gesteund, in 1939: 1118 partijen en in 1938: 1149 partijen. Behalve ondersteuning van de Gemeente en een kerkelijke Rente inge- of particuliere instelling van weldadigheid, genoten 47 partijen bovendien weezenrente, 12 partijen bovendien pensioen. Met een bedrag aan ondersteuning alleen van den Dienst genoten 695 partijen weezenrente, 164 partijen pensioen. Tevens genoten 3 894 vanwege den Dienst ondersteunde personen van 65 jaar en ouder de rente, bedoeld in de artikelen 369 en 370 der Invaliditeitswet. In 1939 bedroeg dit aantal 3 624. Aan noodvoorzieningen werd in den loop van het verslagjaar Noodvoor- uitgegeven voor: zieningen. 13 VERSLAG VAN MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON. toegekend. f f Aantal. Bedrag. eigenlijke armlastigen en validen kooplieden en venters werkloozen-Armenwet eigenlijke armlastigen en validen kooplieden en venters werkloozen-Armenwet 8,28 10,42 9,77 10 917 382 1 029 12 328 f 99.916,03 3.412,34 8.757,— f 112.085,37 8,44 10,85 10,78 Gemiddeld uitbetaald.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarverslagen gemeente Den Haag | 1940 | | pagina 547